- 17 oktober 2011
- Alfons
- 6 reacties
Een heerlijk gevoel. Iets wat je al snel voor vanzelfsprekend kunt nemen.
Als ik m’n fiets pak van het station, dan ben ik sowieso al blij dat deze er nog staat. Hij zal me brengen waar ik wezen wil, thuus!
Ik spring op het zadel en fiets kalm die kant op. Linksaf de weg over waar het uitkijken is geblazen. Sommige auto’s weten niet dat ze behoren te stoppen voor de overstekende fietser. Langs de Domo stel ik mezelf de vraag: sla ik rechtsaf de straat over om de hele Brinkstraat door te fietsen of fiets ik rechtdoor langs de oude kerk op de Torenlaan om voor ’t Luifeltje uit te komen?
Meestal kies ik ervoor om direct de straat over te steken, want ik vind het leuk om door de hele Brinkstraat te fietsen. De kans om bekenden tegen te komen is dan twee keer zo groot. Ik fiets voor het huis van de vroegere videotheek baas langs en als hij buiten staat begroetten wij elkaar als oude buren. De Julianastraat ligt voor mij klaar waar het grote appartementencomplex aan mijn rechterzijde opduikt, maar ik mij meer concentreer op het passeren van snackbar ‘City’. Want altijd staan de Jannus boys klaar om te zwaaien. Trouwe honden moet je belonen. Daarna passeer ik het oude monumentale pand waar ik plannen mee had, maar hij wordt niet meer met een plakkaat voor de ramen te koop aangeboden. Dat geeft te denken. Dan sla ik linksaf voor de Expert. Muziekwinkel Huizing houdt ermee op zie ik en bij de bakker zwaai ik altijd naar een vrouw die terugzwaait. Volgens mij een moeder van….ik weet het niet zeker.
Des te dichter ik bij huis kom, des te meer ik ontspan. Ik begin te fluiten en te zingen.
Voor de Shoe box hangen wat jongeren op de ‘kruisingbanken’ en Frankie woont daar boven in zien huus met Vera. Hij zal wel aan’t werk zijn als slager bij de C1000. Het drukkere gedeelte van de Brinkstraat vangt aan en mensen lopen hier over straat alsof het een wandelpad is. Dat is het niet! Dat laat ik ze merken door vlak langs ze te fietsen zodat ze schrikken en zich beschamend terughaasten naar hun stoep. Ik snap niet dat ze oversteken zonder het welbekende ‘links-rechts-links’ uitkijken principe. Zeker niet die oudtjes met een rollator, trage donders. Bij de Henk zwaait vaak de ex bazin van me zusje nog en bij Britstra twijfel ik altijd wat ik mag doen. Als ze me zien dan zwaai en begroet ik ze, zo niet, dan eer ik het ‘hekel gevoel’ van vriend Rooie dakhaas. Bij de winkel van m’n zusje kijk ik vaak naar binnen, behalve op donderdag, dan is ze vrij.
En dan ben ik alweer op de Markt aangekomen en zie ik het café en de pizzeria en beide geven me een goed gevoel. In gedachten ben ik dan al thuis, zo’n kort stukje heb ik nog maar te gaan. Op de hoek over de stoep en uitkijken voor tegenliggers die de hoek omracen. De straat over en even kijken of er nog mooie dames foto’s hangen bij Marloes. De hoek om en BAM m’n buurt omhelst me.
De fiets tegen het bankje of in de schuur en raden welke geuren uit de afzuigkap mij begroeten. Moeders geef ik een zoen en vaders een aai over de bol. Ik ben thuis, mooi dat jullie er zijn, dank je wel! Willen jullie me beloven er altijd voor me te zijn?!