- 7 augustus 2008
- Alfons
- 0 reacties
Edward struinde weer eens rond tussen de takken, op zoek naar wat lekkers. Het was een zomerse dag en het bos was in een beste stemming. Iedereen zong of floot een liedje. Zo ook Edward. Het deerde hem vandaag niet dat er af en toe een blaadje aan zijn stekeltjes vast bleef zitten. Soms rolde hij zich zelfs expres op en liet zich dan als bowlingbal over de bladeren glijden. Alle blaadjes bleven dan aan hem steken en Edward leek dan op een bult van bladeren. Alsof de bladeren op èèn hoop waren geveegd en voetjes hadden gekregen. Als Edward dan stil bleef zitten, was hij moeilijk te zien met het blote oog. Dè ideale camouflage voor een egel. En gecamoufleerd moest Edward dikwijls zijn. Want regelmatig speelde hij verstoppertje of oorlogje met zijn vriendjes Barry wasbeer en Gerrit eekhoorn. Vooral Gerrit had moeite om Edward van bovenaf te ontdekken tussen de hoop bladeren. Hah Edward weet nog wel hoe Gerrit eens uit de boom boven op zijn rugstekels sprong. Een pijn dat Gerrit had aan zijn aarsje. Edward moest toen stiekem van binnen heel hard lachen. “Maar als je beste vriendje pijn heeft, dan kun je niet altijd hardop lachen.” Zo had Edward zijn mama gezegd. Zij had hem uitgelegd dat dit leedvermaak heet. Edward vond zijn mama heel wijs en lief. Vanochtend nog had zijn mama gezegd: “Edward je moet niet de hele tijd op het internet gaan surfen, het is mooi weer, ga maar naar buiten. Kijk maar of Barry thuis is. Neem dan direct zijn washandje even mee, hij heeft hem hier gister weer laten liggen.”
Dus nu is Edward op weg naar Barry, terwijl hij op wat beukennootjes knabbelt die hij onderaan de grote boom vond. De grote boom stond in het midden van het bos. Alle bewoners van het bos wisten dat. Als men in het bos verdwaalde, wat vaak gebeurde bij de wat jongere bosdieren, dan zochten ze altijd de grote boom. Want vanaf de grote boom, wist iedereen de weg naar huis weer te vinden. Barry woonde vlakbij de grote boom, in een dam bij het riviertje. Edward floot nog een vrolijk melodietje van N.E.R.D. Het liedje heet “Lapdance”, een smerig nummertje, zo had hij op Ploep.com gelezen. Daar hield onze egel wel van. “I’m a dirty hedge hog. I’m a out law. Ooh baby you want me?!” Terwijl hij zijn best deed om de tekst flowend te spitten, keek hij Para Kietje de specht aan terwijl hij langs haar cruisde over de bladerweg. Para de specht was èèn van de meest gewilde birds in het bos. Para zag Edward wel zitten, maar ze playde “hard to get”. Daar had onze held nu geen tijd voor, dus hij begroette de gewilde bird cool en speelde het net zo “hard to get” terug in haar face. Daar had ze niet van terug.
Om de hoek hoorde hij de stem van Barry al. Hij schreeuwde een beetje boos: “Ik weet het niet vader! Ik weet het echt niet!” “Jij raakt ook altijd je washandjes kwijt Barry!” Bulderde het door het bos. De vader van Barry had een hele zware stem, die door het hele bos bulderde als hij hem verhief. “Hallo Barry!” “Hallo Barry Toon!”
“Hè hallo Edward,” begroette de vader onze egel vriendelijk. Ook Barry begroette zijn vriend enthousiast, zeker toen hij zag wat Edward met zich meebracht.
Eind goed al goed voor Barry dit verhaal. Maar zit er nog een avontuur aan te komen voor Edward en Barry? Dat is een vraag die misschien in een volgende column beantwoord zal worden!