Een passage uit mijn boek
  • 4 november 2013
  • Ronald
  • 3 reacties

Omdat mijn hoofd er niet naar staat om te schrijven, onthul ik alvast een deel van de sluier.
Vanaf opas verhaal tot vandaag de dag, is er niets waar ik hard voor gewerkt heb. Ik weet ook niet waar ik voor wil strijden of hard voor wil werken. Voor al die klootzakken aan de bar in deze kroeg zeker niet.

Na de drang om eindelijk iets met mijn talent te gaan doen, ging ik naar de jazzbar om te schrijven. M’n drang in drank verdrinken. Op maandag blijkt mijn kroeg echter dicht te zijn. Verdomt, waar stuur ik mijn fiets nu heen? Ik ben een kleine kroeg met lokaal volk, een stoel, tafel, drank en goede bediening nodig. Meer behoef ik niet. Even stuur ik mijn fiets doelloos rond door de nacht. De straten eenzaam. Her en der zwalken andere nachtbrakers. Op zoek naar onenigheid of meer drank. Stelletjes houden elkaars handen vast. Ik word er niet goed van. Doelloos, tot ik mij een kroeg herinner bij het Noorderplantsoen. Ik trap, zie en drink. Het barmeisje verricht uitstekend werk, en ik maak met niemand anders contact. Hier geniet ik van. Rustig zitten, met op de achtergrond gasten aan de bar die mijn barmeisje belegeren. Ze praten over neuken, een bos hout voor de deur, en zeggen dit niet te begrijpen. Ze refereren naar simpele reality shows en voelen zich beter dan de hoofdrolspelers. Het zijn vier a vijf mannen aan de bar, en ze interesseren mij niet. De twee nerds die aan een tafel links van mij zitten, interesseren mij meer. Wat mij opvalt is hun taalgebruik. De één vindt het mooi dat een gebied in de hersenen gescand kan worden tijdens activiteit, waardoor je bij een handeling kan zien aan de hersenen dat je die handeling aan het uitvoeren bent. Super handig en interessant vinden ze beide!
Ik bekijk de twee gasten. Hun kleding willen homos niet dood in gevonden worden. De conversatie kabbelt voort. Met een schuin oor luister ik mee. De andere gast zegt: Als ik eerlijk mag zijn, vind ik dat jij een klootzak bent. Je lult pretentieus, en je luistert niet eens naar wat ik te zeggen heb. De ene respondeert: Laten we gaan, als we een pint teveel hebben genuttigd, kunnen we niet meer objectief converseren. De ander flappert met zijn oren en trekt zijn jas aan. Hij staat net als de ene op en stompt hem voor de bek. Converseer hier maar in je eentje over. Hij loopt zonder omhaal de deur uit. De ene kukelt achterover, hij zag de rechtse hoek niet aankomen, en ligt nu tegen de muur met zijn benen in zijn nek. Zijn ogen groot, vol ongeloof. Zijn permanentje is opeens scheidingloos, zijn bril zit diagonaal op zijn gezicht. Tien seconden lijkt hij de situatie te analyseren (ondertussen vraag ik mij af of hij van nature zo lenig is), als opeens de ander weer binnenkomt. Wat ben ik je eigenlijk schuldig? vraagt hij. De helft van E26,80, met een geciviliseerde 10% fooi. Hier heb je E16,50, ik heb het naar boven afgerond. Hij betaalt gepast en vertrekt zonder omhaal. Zo zo, denk ik. 10 procent fooi is dus geciviliseerd. Goed om te weten.

Inmiddels zit ik hier twee uren, en heb drie whisky verorberd. Mijn barmeisje wenst mij gezondheid, en voorziet me van nacho chips. Ik bedank haar. Ze doet mij deugd. Ik waardeer haar. Ergens steekt geilheid de kop op. Ze heeft een charme en die ligt voornamelijk in haar eerlijke bakkes. Ze spreekt haar kroegtijgers met grove taal toe. Ze vermaant ze. De tijgers laten het gebeuren. Ik zal moeten gaan. Wie weet wat geilheid me anders nog laat doen. Alle vrouwen zijn mooi, op hun eigen manier.

chatal
5 november 2013 - 19:59

MEER!!!!!!

chantal
5 november 2013 - 19:59

MEER!!!!!

alfons
6 november 2013 - 13:42

ok is goed :)
xje en bedankt