Gunst
  • 13 april 2020
  • Alfons
  • 0 reacties

‘Mag ik u om een gunst vragen?’ ‘Nee!’ Zelden had ik zo’n resolute nee gehoord. Misschien ooit van m’n ouders toen ik met de fiets door de waslijn reed, maar in hun stemmen zat liefde verweven. Deze nee wenste absoluut geen contact met mij. ‘Nou nou,’ lachte ik. Ik kon er de humor wel van in zien, deze tijd doet blijkbaar rare dingen met de mens.

Ik kwam net uit de AH op de vismarkt gelopen met Foske in de rugdrager. Zaterdagochtend, de stad was half druk. Het was met dit mooiere weer lastig voor de mens om thuis te blijven. En de boodschap dat het in het noorden aardig goed lijkt te gaan, lijkt de noodzaak ook teniet te doen.
Dus daar stond ik met m’n gehakt, brood en kokosmelk blikje in m’n handen. De rugdrager bevat een opbergvak, maar die zit aan de achterkant. Dus ik had even staan kijken welke omstander mij hulpvaardig leek. Een vrouw van m’n moeders leeftijd had ik uitgekozen en met gepaste afstand had ik gevraagd of zij mij een gunst wilde verlenen. Khad mij mal vergist.

Een vrouw achter haar vroeg wat de gunst was. Of ze m’n boodschappen in het opbergvakje wilde doen, dan hoefde ik Foske niet van m’n rug te halen. ‘Dat was ook wat overdreven,’ reageerde ze over de NEE vrouw terwijl ze achter mij stond. ‘Tja, ieder z’n eigen.’

Er zijn nog geen reacties