- 3 juni 2013
- Alfons
- 0 reacties
Ruig schop ik het hek open van mijn onderkomen. Met de fiets aan mijn hand loop ik richting mijn voordeur, het hek klapt dicht achter mij. Het is donker, maar in het oosten vertoont de nacht alweer enige ochtendglorie. Half vier en ik heb nog een paar goeie uren slaap voor me liggen voordat ik de trein richting Beilen neem, waar ik met een greep uit de familiecatalogus zal vertrekken richting Bottrop. Dit sportieve dagje staat al een tijdje in onze agenda te branden. Snowboarden is tof!
Voor ik eraan toe kom mijn fiets te parkeren en de voordeur te enteren, ontwaar ik links van mij in het donker een schim. Het loopt mijn kant op. “Ah stond je er weer!” begroet ik mijn huisgenoot. “Ja man,” antwoordt hij mij. Hij bewondert de nacht, zijn stilte en pracht. Sterren aan de hemel, en de maan scheen door de bomen. We praten en hij stelt een biertje voor, ik pareer met een cola B en we pakken een stoel erbij. We praten. “Niet denken, maar doen,” vertellen we elkaar. De onverwachte ontmoeting heeft diepgang en wordt door ons beide gewaardeerd.
In mijn hoofd lag het plan om de paar goeie uren slaap te koesteren, en tijdens de autorit nog een paar mee te pikken. Want de angst om niet genoeg slaap te krijgen, niet fit te zijn en niet te kunnen genieten van de dag, was geconditioneerd in mijn hoofd door het motto: “Eerst denken, dan doen.” Mijn vriendin en ik, wij verschillen in het denken en doen. Ik leer van haar. Ik dacht aan haar les en genoot van de onverwachte ontmoeting. In het holst van de nacht miste ik haar en genoot van de vruchten van haar les. Dan maar minder slaap, ik geniet en blijf altijd het hek ruig open schoppen. Het hek is kloten.