klaverjassen
  • 3 december 2018
  • Alfons
  • 0 reacties

Chantal kwam bij z’n huis aan en al fietsend gaf ik hem een smok op de wang. Ik ging door naar m’n trein en hij zou de groeten aan z’n vriendin doen als ik dat ook deed. Even daarvoor was Sjakie zijn weg ingeslagen en hij had mij beloofd dat als ik m’n trein miste, ik m’n uur wachttijd bij hem kon doorbrengen. Een half uur later vond ik mezelf schrijvend in de trein terug. Het was een mooie klaverjasavond geweest.

‘Ik moest toch lozen!?’ zei de Steeg. Tijdens de maaltijd voorafgaand aan het klaverjassen had Steeg om tips gevraagd, theorieën waar hij wat aan zou hebben tijdens het klaverjassen om in de prijzen te vallen. ‘Maar dan kom je toch niet met je kale tien op,’ zei ik hem toe. Lozen was lozen vond hij met een glimlach. Dat potje haalden we niet veel punten, maar aan het einde van de avond viel de Steeg toch in de prijzen. Echter bleek die achteraf voor een naamgenoot van hem te zijn bedoeld.

Tijdens de laatste ronde sprak ik één van de klaverjassers aan. Hij had voor z’n pensioen bij de politie in Groningen gewerkt en een schilderijen diefstal opgelost. ‘Ik heb er zelfs een boek over geschreven,’ vertelde hij. Dat boek heb ik diezelfde avond van hem gekocht, de volgende keer krijg ik hem.

En nu, drie dagen later lees ik terug wat ik schreef in de trein. Woorden vol liefde voor m’n vrienden en ik schreef naar een apotheose van heb ik jou daar toe. Echter viel ik in slaap. ‘Groningen, eindstation Groningen.’

Er zijn nog geen reacties