- 27 september 2010
- Alfons
- 3 reacties
Ik stap de bus uit. Het is inmiddels elf uur ‘s avonds geweest en ik loop het centraal station in Groningen af. In gedachten over werk, Zuid Afrika, geld, de donkere steeg naast mij en mijn motto ‘Always be prepared!’. Je weet immers nooit wanneer iemand het in zijn hoofd gaat halen om mij te overvallen. Tot een week terug had ik nog mijn baard om me te beschermen tegen gespuis en anders wat. Maar die is er alweer af en ik voel me naakt zonder hem, doch sexy. Nu is het alleen nog wachten totdat mijn haar weer lang is en de dames zullen weer als bossen voor me vallen. Vandaar dat ik eens in het jaar mijn haar tondeuzer, dan geniet ik van de rust.
Ik loop stug verder en houd alles in mijn omgeving in de gaten. Alsof ik ADHD heb en een filter mis in mijn hersenen, reageer ik op alle prikkels om mij heen. De auto boven mij op het viaduct, de fietser in de verte, de vogels bij de lantaarnpaal en de wind die de struiken doet leven. Toch is er iets wat me al een tijdje bezighoudt en dat is het geklikklak achter mij. Al vanaf het moment dat ik de bus verliet, loopt er een meisje achter mij aan. Of misschien moet ik zeggen, jonge vrouw. Even leek ik haar kwijt te zijn, maar vanaf het voetpad achtervolgen de klik klak geluiden van haar schoenen mij weer. Ik verheug me altijd op klik klak geluiden. Dat betekend dat er een mooie vrouw aankomt. Vaak wordt ik teleurgesteld door mannen die op klikklak schoenen lopen. Dat zou verboden moeten worden!
Na het bruggetje sla ik linksaf en ik denk dat ik haar kwijt zal raken. Niets blijkt minder waar, ze slaat ook linksaf. Nu moet het afgelopen wezen en ik vraag haar zonder me om te draaien: “Moet je nog ver?” Ze lacht. Dat is altijd goed. Ze komt naast me lopen en we raken aan de praat. Zij vindt het ook gezelliger om naast in plaats van achter elkaar aan te lopen en ze is knap. Beetje lang en onzeker, maar knap bovendien! Ze stelt mij vragen, ik stel haar vragen. Ze antwoordt:
“Wat ik doe overdag? Nu niets, net afgestudeerd aan logopedie en werkzoekend. Hoe ik aan geld kom? M’n vriend verdient genoeg.” Ah, dan weet ik dat alvast. Ooit heb ik twee uur met een meisje gesproken aan de bar met alle verwachtingen van dien, toen bleek dat ze een vriend had. Dat hield me toen tegen. Tegenwoordig eigenlijk ook, tenzij het na twaalven is. Na twaalven telt het niet.
Ze vertelt me dat ze overmorgen gaat trouwen en dat ze daarom vanavond haar nagels had laten doen door een vriendin. Ze kijkt me nog een keer vanuit de lucht aan en we steken de straat over. Ze lacht. “Hier woon ik,” en ze wijst naar boven. “Wil je misschien nog boven komen om wat te drinken?” En ik denk bij mezelf: “Jaja, ik kom heus niet boven alleen om te drinken en dat weet jij ook.” Ook zij wil blijkbaar nog één laatste seksuele escapade voordat ze de boot instapt. Dat heb ik vaker gehoord. Ik kijk op mijn telefoon. Ze heeft pech, het is nog geen twaalf uur geweest.