week 25
  • 14 november 2016
  • Alfons
  • 1 reactie

Er werd kort aangebeld, onze bel lijkt op een zoemer – PWRREEUT! Het was iets voor achten ’s avonds. Ik was alleen thuis en lag onder m’n dekentje op de bank. Vlot gooide ik m’n benen overeind en stapte naar de intercom. ‘Hallo wie is daar?’ vroeg ik. Stilte volgde. ‘Hallo?’ herhaalde ik. ‘Hallo?’ klonk het vanaf de andere kant. Er bleek toch iemand aanwezig te zijn, een man.
‘Hallo, wie bent u?’ vroeg ik de stem. ‘Wie ben ik, wie ben jij?’ vroeg de stem verbaasd. Dat was een vreemde reactie, wat was hier aan de hand? ‘U belt bij mij aan,’ reageerde ik. ‘Ik bel niet aan, ik ben al binnen,’ reageerde de man. ‘Oh, nou als u al binnen bent, dan hang ik weer op, tot ziens,’ sprak ik tot de man. ‘Ja ik ook,’ sprak hij vriendelijk verward terug. ‘Daag.’ ‘Daag.’

Dat was een vreemde situatie. Ik zocht naar een verklaring en opende onze voordeur. Bovenaan de trap wierp ik een blik in onze flat portiekruimte, daar was niemand te bekennen. Buiten stond ook niemand en dat kon maar één ding betekenen: belletje-trekkers. Toen viel bij mij het kwartje. Ik had gesproken met een andere intercomstem.

Anoniem
14 november 2016 - 15:08

Moet ik me zorgen maken over jou of kwam het doordat je onder een dekentje lag?