Grappen
  • 18 december 2011
  • Alfons
  • 1 reactie

“Waar is het feestje? HIER is het feestje!” zingt een groepje jongeren aan tafel. “SHUT THE FUCK UP!!” De barman leunt over zijn bar, een kleine twee meter van hen vandaan. Blijkbaar heeft hij genoeg van ze. De jongeren kijken elkaar aan, wijfelen, maar pakken dan hun jassen, staan op en gaan weg. Ik vraag een meisje of ze gaan vanwege de barman. “Hij moet ons de hele avond al hebben,” zegt ze geïrriteerd. Ze druipen af. De jonkies hebben met hun bravoure verloren. De barman wint, opbokken met dat lawaai en gedonder in m’n kroeg.
Ik neem een slok van m’n berenburg cola en kijk blij. “Ha haa,” denk ik bij mezelf. “Applaus voor de barman!” Ik kom hier voor m’n rust in de kroeg. Samen met een oud collega was ik net gaan zitten toen dit tafereel zich afspeelde. We proosten en spraken over onze avonturen van de avond.
Zo waren wij namelijk eerder op de avond op bezoek bij een schone dame, waar wij een heerlijke maaltijd nuttigden en enige drankjes versnaperden. Zij woont drie hoog en heeft een intercom telefoon. Als mensen drie laag aanbellen, kan zij op het videoscherm zien wie er voor de deur staat en bepalen of je binnen mag komen of kou blijft lijden. “Dronken mannen blijven buiten,” waarschuwde ze mij van tevoren. Gelukkig hield zij zich niet aan haar woord, anders was ik niet binnengekomen aangezien ik rechtstreeks van een kerstborrel kwam waar ik cola berenburg had bedongen tussen de Glühwijn en bierdrinkers.
Na de maaltijd hield ik niet van stilzitten en sprak door de intercom voorbijgangers aan. Een enkel persoon reageerde, fietsers keken om zich heen en bleven met vraagtekens achter. “Wie spreekt er tegen mij? Bent u het God?” Het tafereel was grappig, maar verloor op den duur zijn aantrekkingskracht, TOT we onze dronken gasten tegenkwamen. Vanuit het raam zagen wij ze aan komen strompelen uit de richting van de lokale kroeg. Toen ze aan de overkant van de straat liepen, begon ik te roepen door de intercom: “HELP HELP…” Verward keken de zatte gasten elkaar aan. Ze stopten met zwalken en luisterden. Ik hield me stil. Mijn gezelschap aanschouwde het tafereel vanachter het raam en lag in een deuk. Toen de mannen aanstalten maakte om verder te lopen, riep ik nogmaals: “HELp!” Ditmaal hadden ze echter door waar het geluid vandaan kwam en ze staken de weg over naar de intercom. De schone dame zei lachend dat ik moest stoppen, dit werd te spannend. Als iemand zegt dat ik moet stoppen, dan ga ik door, maar zij voorkwam dit. De rust was weder gekeerd en nippend aan onze drankjes, schuddebuikten wij na. We nipten vijf minuten en toen werd er aan de deur geklopt. “HUH, wie zullen dat zijn?” Het was de buurman die twee zatte gasten bij zich had. “Deze mannen hoorden hulpgeroep buiten, weet jij hier iets meer van?” vroeg de beste man. Terwijl onze dame het woord op de gang voerde, lagen wij binnen dubbel.
Even later kwam ze weer binnen, staalhard had ze alle betrokkenheid ontkend. Sterker nog, ze had zelfs aangeboden om te helpen zoeken. Maar dit bleek niet waar te zijn. Wat waren we me er toch eentje.
Nagenietend in de kroeg kon ik het niet helpen om met een Willem terug te denken aan dit avontuur. “Als de mannen hun barmhartige Samaritaan karakter maar behouden,” bedacht ik mij.

veer
18 december 2011 - 20:56

Kzie wederom dit voor me…geweldig!