- 16 september 2019
- Alfons
- 1 reactie
‘Schoenen aan? Jas? Ach nee, het is warm zat. Ze had wel een verstopte neus begin deze week!? Ja maar die hebben we weer gevonden,’ grap ik tegen mezelf. En omdat ik in een goed humeur ben, is zij dat ook.
Ze wupt in de buggy en kijkt vlijtig om zich heen. De wereld loopt om haar heen en zij neemt hem in al z’n details waar. De markt op en ondertussen hang ik de vader uit van dit mooie kind. Soms weet ik mij geen houding te geven omdat het lijkt alsof ik daar met één reden loop en dat is om met haar te pronken. Bijzonder hoeveel mensen om haar glimlachen. De één opzichtig zodat ze weten dat ik het ook zie, de ander alleen voor zichzelf. Ze kijkt mensen aan, zoekt het contact, maar als het er is, lijkt ze verlegen.
De appel valt niet ver van de boom. Ik observeer ook. De één kijk ik wel aan, een ander niet. Er lopen teveel mensen om aandacht aan te geven en die mooie studentes moeten het zonder mij in hun vijver doen. Af en toe glimlach ik vriendelijk terug en denk: ‘Ja, ja dat had ook gekund.’
Een marktkoopman leest de tekst op m’n t-shirt: ‘Je moet gewoon meer drinken, dan kan het je niks meer schelen.’ Hij lacht erom, ik ben direct aan de beurt. Een jongen zit op een bankje, hij heft z’n arm en nonchalant bungelt hij z’n middelvinger achterwaarts langs z’n hoofd. ‘Hoezo?’ en dan zie ik dat er een politieauto rijdt. ‘Oh, zo.’ We denken er het zijne van en ik ben zeer benieuwd naar haar gedachten. Misschien lees ik ze ooit ook ergens…hoe zou dat zijn?