- 30 april 2023
- Alfons
- 2 reacties
Als zoiets kwetsbaars je vertrouwen schenkt, dan rest mij nederigheid.
Ik was weer eens aan het knooien in de tuin bij ons tuinhuisje. Al die veengrond overwoekert door grondbedekkend groen, tot in z’n poriën doordrongen van wortels. Met m’n spade zwoegde ik. Opsodemieters gaf ik de wortels, ze vlogen door de lucht, in de pan gehakt. Restanten verwijderde ik zodat de grond gazon fit kon worden. Ik wilde mij daar een grasveldje aanleggen om op te lummelen.
Tijdens dit spitwerk, tussen mijn wroeten door, kwam ze op bezoek. Als een afgezant van moeder natuur, prachtig was ze. Het roodborstje. Ze doet onze tuin vaker aan waardoor ik haar bezoeken niet meer aan het toeval toedicht. Uitverkoren doet ze mij voelen. Ik durfde me amper te verroeren in haar aanwezigheid en vlijde mijzelf neder om haar in ontspannen zit te aanschouwen. Uitverkoren. Ze wupte binnen grijp afstand rond, maar de enige drang die ik voelde was dit moment niet verstoren.
In al z’n facetten voelde het kwetsbaar. Deze vederlichte schoonheid met haar heldere blik die overeenkomsten vertoonde met dat van een hert. Dezelfde schichtigheid, voorzichtigheid, nieuwsgierigheid overwinnende brutaliteit. Hoe prachtig en ze verorberde de pieren die door mijn toedoen voor het oprapen lagen.
Alsof ze met haar geschonken vertrouwen mij haar dankbaarheid toonde.