- 7 juni 2022
- Alfons
- 2 reacties
‘Jij schrijft toch ook buurman?’ ‘Jazeker,’ antwoordde ik m’n buurvrouw. ‘Hoe doe jij dat?’ ‘Met geduld.’ ‘Ja, dat heb ik dus niet. Ik stel het beginnen van het schrijven uit, na 57 jaren zit er nog geen verbetering in m’n perfectionisme. Nou nee, dat is niet waar.’ Ik lachte om haar conversatie met zichzelf.
We zaten beide voor onze huizen, zij op haar stoep en wij op de onze. Voor ons was het nieuw, we zaten nooit voor ons huis op de stoep. Want voor ons huis stonden vaak auto’s geparkeerd, maar ditmaal niet en de zon scheen aan onze kant. Waarom deden we dit niet vaker?
‘Papa, wil je me helpen om te fietsen?’ Zo begon de middag. Natuurlijk wilde ik haar helpen om te fietsen en vandaag was dé dag! Vandaag was de dag dat ze zelf opstapte en vertrok. Ik hoefde haar niet meer vast te houden bij de start, nee ze had het potverdikke door! ‘Eén trapper naar boven brengen en daarop trappen om snelheid te krijgen.’ Ze luisterde gretig en voordat ik het wist, rende ik niet meer met haar mee de straat op en af om haar en de geparkeerde auto’s te beschermen. Ze ging zelf! Ze deed het, ze flikte het!
Ze wilde ook zo graag! Haar vriendinnetje met de blauwe fiets zonder zijwielen kon het laatst namelijk ook! Wat knap. Voor we het wisten reden we een rondje door de buurt en kwamen we een ander vriendinnetje tegen. Als een Amazone stapte ze op snelheid met beide benen aan één kant van de fiets af. Een knappe truc en de ontmoeting ging over in een speelafspraak en we ontmoetten nieuwe buren een straat verderop. Kortom: het werd een buurtdag. Ik vond het fantastisch en de zon scheen.
‘Nou ik ga haar maar eens ophalen,’ zei Dieuwke. Twee uren konden we op onze stoep vertoeven terwijl Foske uit spelen was en ze kon fietsen! Wat een mooie dag!