- 14 december 2015
- Alfons
- 3 reacties
‘Dit is één van de mooiste avonden van m’n leven,’ sprak Lulu. ‘Ik zit alleen maar op m’n kruk mensen te observeren, zo mooi!’ Ik noteerde het in m’n notitieboekje, en schikte mij aan haar zijde. Ze had gelijk, café Koster bezat interessant publiek! Afgelopen vrijdagavond trad er een band op. Ze bezwangerden de lucht met soul en deze hing gevangen tussen de gemetselde muren. In deze paar vierkante meters van Groningen was het goed vertoeven.
De barman met zijn doorrookte kop droeg een gilletje over z’n stropdas en blouse. Hij vervulde zijn rol doorgewinterd. Op de dansvloer dansten mensen met ritme en mensen zonder, maar allen hadden plezier! De coverband speelde ‘Lovely day, lovely day, lovely day….loovely day!’ Links van mij stond een blonde vrouw met bierervaring en ze leek toevallig een man tegen te komen. Ze raakten aan de praat en ik herkende het moment. ‘Lulu, deze vrouw biedt de man zometeen wat te drinken aan.’ Lulu was benieuwd. Een paar minuten later bleek het waar te zijn, en we voorzagen een bloeiende romance. Zo’n kroeg was het, waar oude veertigers vaste klant zijn en ze elkaars liefde vinden.
In het overzichtelijke gedruis liep cowboy Harrie, een gepensioneerde doorleefde man van klein postuur. Z’n krullerige haarmatje alsof hij Maaskantje was, viel evenveel op als z’n spijkerbroek die tot de navel vastgegespt zat. Z’n laarzen en blouse maakten het geheel af, hij zal z’n hoed verloren hebben op de prairie. Harrie betrad graag de dansvloer. Plots ontdekte ik een jongedame met een haakneus, zo één die in’t theater niet zou misstaan. Toen ik Lulu erop wilde wijzen, wendde ik mij naar rechts, maar staarde tegen een lege barkruk. Ze was foetsie weg. Verdwenen, het was de beste verdwijntruc ooit! Zat ik daar te praten tegen de leegte.
Even later wees Lulu mij op een man. Hij had een groot postuur met bijpassende buik. Hij zat op een bankje achter ons, met naast hem een Albert Heijn plastic tas alsof het een zwerver betrof die school tegen de kou buiten. Toen de band later pauze hield, beklom hij tot onze verrassing het podium en lalde van alles in het Grunnings en in’t Duuts. Het leken gedichten, verstaan deed ik hem echter niet. Af en toe verviel hij in een muzikaal intermezzo met behulp van een feesttoeter. Steevast werd hij genegeerd door het grootste deel van de bezoekers. Hij leek hen te willen overschreeuwen voor aandacht. Niets hielp, tot hij z’n laatste meezing vers ten gehore bracht: ‘Ik drink cola light, net als de cowboy Rawhide!’ Tot mijn verbazing zongen enkelen mee. Een fenomeen welke zelf herhaaldelijk riep: ‘WE want more!’ op het moment dat hij het podium verliet.
Ondertussen had de blonde bierdame een andere kerel aan haar arm hangen. Dit leek haar echte partner te zijn zo knus en stevig hield hij haar vast. Zij leunde op de bar om zich preventief staande te houden. Als ik het niet dacht, ook nu gebeurde er weer wat. Een andere man liep langs, gaf de vrouw een zoen vol op de mond, lachte naar het stel en omstanders, en liep door. Het kon allemaal.
Lulu was zich zeer bewust van onze rol in het geheel en vermoedde dat mensen over ons zouden zeggen: ‘Oh moet je die twee eens zien, die kijken alleen maar mensen.’
Alles kon nog mooier, want de liedjes werden van Bob Marley kwaliteit. De band speelde meer dan 3 uren, en er werd ook een ‘Indiaan’ in de variatie van bezoekers ontdekt door Lulu. Een zeer interessante kerel vanwege z’n mysterie. Wat een avond!
Alsof het zo hoorde kwamen er afsluitend twee mooie dames binnen, en weet je wat? Één hoorde bij mij.