- 26 januari 2015
- Alfons
- 3 reacties
Er is een week gebeurd. Mijn zusje vroeg hoe gaat het? Ik deed auditie voor een theaterstuk. Ik at met vriendin Hoan, en proostte op haar terugkomst. Ik dacht aan het andere meisje welke mijn laatste column waarschijnlijk las. Ik weet niet wat ze ervan vond. Ik durf haar niets te vragen, dat mag de tijd oplossen. En ik vraag mezelf af waarom ik pas begin met het schrijven van mijn column als mijn ogen bijna dichtvallen. Ik begrijp mijn dichtvallende ogen. De Pepsi cola van de zaterdagnacht belevenissen met Sjakie gunde mij na thuiskomst geen slaap. De nacht was fantastisch en mijn baard bleef maar groeien. Omdat ik het scheren beu ben. Omdat ik het zoeken beu ben. Omdat ik mijn verzet tegen de gang van zaken beu ben. Ik begrijp veel niet, en heb besloten dat dat ok is.
Ik was het beu dat ik niet kon slapen, stapte uit bed, en ging hardlopen. Er bleken meer gekken niet te kunnen slapen, en zij liepen ook hard. We begroetten elkaar in het passeren. Ik staarde een mooi meisje en haar spandex bips na. Een uitzicht even schitterend als de grappen met Sjakie, de veren in m’n kont van Veerius, en mijn tijd met ‘haar’.
Ik denk nog steeds aan haar. Er is een week gebeurd, maar zij blijft. Boosheid, verdriet, van allebei een scheut. Vanwege het mooie wat we zijn dat ik mis. Als de tijd rijp is, zijn we daar weer.