- 2 oktober 2022
- Alfons
- 1 reactie
Wie het gesprek startte deed er niet toe, we raakten aan de praat. Op een bankje in het plantsoen, terwijl velen voorbij sjeesden en wij in rust zaten te aanschouwen of te verzinken in eigen gedachten.
‘Ik ben blij dat ik het nu weet.’ De oude man had een fijne stem. Z’n timbre zat tegen een lage bas aan. De trekken in z’n gezicht en z’n grijze ‘Jeff Bridges’ haardos deden me hem halverwege de zeventig schatten. Zal ik later ook nog zo’n haardos hebben? vroeg ik me af.
‘Wat?’ vroeg ik hem. ‘Sorry?’ antwoordde de man. Hij draaide z’n gezicht naar me toe alsof hij niet tegen mij had gesproken. ‘Je zei dat je blij bent dat je het nu weet.’ ‘Oh dat,’ en alsof hij inderdaad niet tegen mij had gesproken, richtte hij z’n blik op iets of niets in de verte.
‘M’n hele leven heb ik m’n best gedaan om niet door de mand te vallen. Ik was bang dat iedereen erachter zou komen dat ik helemaal niet goed was in m’n werk. Zelfs na m’n pensioen was ik bang dat ik iemand zou tegenkomen die door m’n carrière zou prikken.’ Hij pauzeerde een moment. ‘Ik zou hem gelijk hebben gegeven.’
Hij keek me weer aan en zei: ‘Dat weet ik nu. Daar ben ik blij om.’