- 5 maart 2018
- Alfons
- 0 reacties
‘Zoethoudertjes,’ noemde buurman Baardmans het, door schade en schande was hij wijzer geworden. M’n filosofische buren waren lopend en ik ook, we liepen samen op.
In de buurt kwamen ze altijd over als mensen die van wanten wisten. Open voor een praatje en met een boodschap die gemeld mocht worden, dus ik had ze in de zaal nadien aangesproken. Ze vertrouwden de boodschapper Jansen voor geen meter en hadden hun woordje maar halfslachtig kunnen doen. Jansen had namelijk geen antwoord gehad op inhoudelijke vragen, daar was hij niet voor. Hij was van de organisatie, maar bezat niet de autoriteit waar de meute om vroeg. ‘Waarom sturen ze hem en niet z’n baas? In Hongarije was deze man gelyncht,’ sprak m’n buurman. M’n buurvrouw vervolgde dat ze de man hadden gesproken die over de uitgifte van de kapvergunningen ging en deze man had hen gezegd dat het besluit tot toestemming al was genomen. Ze lieten mij de kopie voor de aanvraag van de kapvergunning zien, kon je gewoon opvragen. Hierop stond geen wettelijk geldige reden om bomen te kappen en bij het ‘openbaar maken van de kosten’ stond nee aangevinkt. In hun ogen was deze bijeenkomst een farce geweest. Buurvrouw sprak over de buurtvereniging en de voorzitter die onder één hoedje speelde met de gemeente. Ten tijde van de hoogbouwplannen in een naburige straat zat zij met de o.a. de voorzitter in een werkgroep. Omdat zij als enige tegen de hoogbouw was, had hij haar eruit willen werken. Maar haar protest leidde tot media-aandacht en een groeiend verzet in de buurt waardoor de hoogbouwplannen niet doorgingen. Zoals ik verwachtte hadden ze interessante zaken te melden en toen we bijna thuis waren deed buurman een uitmuntend verzoek: ‘Zullen we nog even een borrel halen bij de Bres?’ ‘Nu nog?’ vroeg z’n vrouw. ‘Hoe laat is het dan?’ vroeg zij zich af. ‘Half zeven beantwoordde ze haar eigen vraag. ‘Ga je ook mee?’ vroegen ze. Dat had ik wel gewild, maar ik hoorde mij zeggen: ‘Nee, m’n vriendin wacht thuis met het eten.’ Dat had ik altijd al eens willen zeggen en nu klopte het ook nog eens. We zeiden elkaar gedag.
Had m’n overbuurvrouw nog iets gepresteerd? Jazeker, haar was applaus ten deel gevallen toen ze sprak over de wanstaltelijke gang van zaken en voor haar behoefte aan een inspraakavond voorafgaand aan enige besluitvorming.
Nu, een maand later, is de gemeente de bewoners tegemoet gekomen aan hun wens om inspraak te krijgen per straat. Of dit inhoud dat er geen bomen gekapt gaan worden, geen idee. Maar hoe dan ook, de bijeenkomst was het bezoeken waard geweest!