De buit is binnen
  • 21 december 2009
  • Alfons
  • 1 reactie

Hij zit er weer op, de jaarlijkse feestviering met ons elftal en tjonge jonge jonge, wie kan me vertellen wat we gedaan hebben? Van tevoren waarschuwde ik Pietje in Picola dat ik Tammo zijn gedicht gloeiend heet had gemaakt. Nou het slachtoffer zelf kon het gelukkig wel waarderen, waar ik van tevoren eerder bang was voor huilende of woedende scenario’s. Dat geeft de burger moed, volgend jaar mag de grens weer verder verlegd worden. Het vrouwelijke lijdende voorwerp uit het gedicht kwam echter nog wel even naar me toe in de kroeg. Ze voelde me even aan de tand. En dan is het kiezen geblazen voor me, welk antwoord wil ze horen zodat ik geen klap voor mijn muil krijg. Gelukkig heb ik een wit voetje bij haar en dat liet ze me merken. Antwoord A was genoeg om haar van mijn onschuld te overtuigen en de avond roes kon in gezonde staat voortgezet worden. Want een roes dat was het, één lange rit op verheven lamme wolken. Vandaag schoten flarden daarvan even door de kop, maar de film vertoont zich niet in HD kwaliteit. Hoe dan ook, ik weet hoe die eindigde en hij eindigde goed. Tom en Ronnie vergezelden me tot laat en dat siert ze. Het was gezellig en Tom: mooie verhalen over je epische sneeuw gevecht! Het doet mijn vertrouwen goed dat ik een oorlogsheld als jou toch wist te verrassen met een sneeuwbal. Zo vermaakte ik mij kostelijk. Volgens mij heb ik zelfs gastjes die te jong zijn om ‘groen’ genoemd te worden, met sneeuwballen buiten bekogeld. Visser en Zwiers delfden het onderspit. Graag deed ik meer en gedetailleerd uit de doeken, maar die dingen die ik hier kwijt zou willen, weet ik niet meer. Wat ik nog wel weet, is voor mij.
Vandaag ging echter de wekker en daar zit niemand op te wachten. Wat een vervelende uitvinding, behalve als ik hem zie bij kabouter Wesley, dan mag hij er zijn. Ging de wekker niet vandaag, dan had het niet uitgemaakt, want ik hoefde nergens op tijd te zijn. Maar dat hoorde ik achteraf pas. Dus ik stond al in Groningen op het station en hoppakee, ik kreeg het bericht dat ik ijsvrij kreeg van mijn werk. Dat was jammer, want ik werk er graag, maar nog liever ben ik vrij. En mijn wens werd vervuld! Aangezien ik nog een uur tijd te doden had voor mijn trein weer retour ging, besloot ik de stad in te gaan. Het glazen huis staat er niet voor niets en wil bekeken worden. U vraagt, wij draaien en dus ging ik kijken. Ik bleek niet de enige te zijn. Er stond een hele kudde! Ik kijk graag mensen en dus vermaakte ik mij opperbest tot het moment daar was dat ik rechtsomkeert maakte. Toen ik terugliep, zag ik een vrachtauto van klein formaat waarop stond: waardelogistiek. “Zal dat hetzelfde zijn als geldtransport?” vroeg ik mij af. En dan noemen ze het “waardelogistiek” omdat anders de mannen en vrouwen van de onderwereld de verleiding niet kunnen weerstaan om zo’n auto te overvallen. Of of of… ! Ze denken dat de overvallers niet zo slim zijn en de auto dan niet herkennen!”
Ik zag al drie gangsters tot de tanden gewapend voor me, wachtend om de auto te overvallen. Tot de auto voorbij rijd, alleen dan met dé andere naam: waardelogistiek! “Is dat em?”, zal er één vragen. “Hij ziet er hetzelfde uit.” “Nee nee nee, er staat een andere naam op. We zullen nog even moeten wachten.” “O ja, laten we dat dan maar doen. Jij bent ten slotte de baas.” “He nee, ik was de baas.” “Nee ik!” “Neeheee. IK!” En dan krijgen ze alledrie ruzie met elkaar omdat ze het niet eens worden over wie de baas zal zijn. Omdat ik niet van geruzie houd zal ik zeggen: “Ehm ik ben de baas!” Ze zullen me verbaasd aankijken en mij herkennen. “Dat is die man die de oorlogsheld wist te verrassen!” “Nee! Dat kan niet! Dat is een mythe, een legende. Zo’n man bestaat niet!” “Een kerel van 3 meter groot en spierballen als regentonnen.” “En toch ben ik het echt, maar Tom vertelt iedereen dat het een 3 meter grote kerel was met bijpassende spierballen, omdat hij de schaamte anders niet kan verdragen.” Mijn gedachten lieten zich dus gaan over dit vraagstuk tot het volgende vraagstuk zich aandiende.
Ik liep langs een vrouw die op de grond zat met een kartonnen beschreven bordje op haar schoot. Ze zit er wel vaker en terwijl ik verder liep zei ze: “Prettige avond verder en fijne feestdagen.” “U ook”, antwoordde ik en toen zei ze: “Ik doe mijn best.” Die woorden bleven me bij. “Doe je echt je best?”> vroeg ik mij af. Hoe heeft het zover kunnen komen? Ik vond dat razend interessant en ik wilde geen oordeel over haar vellen. Ik ken haar tenslotte niet.
Het laatste vraagstuk van deze column heb ik uw hulp voor nodig. Het lijkt mij namelijk leuker om met oud en nieuw bv. een thema feest te hebben, dan enkel voor de buis te hangen. Dus wie weet er nog een leuk thema of een avondvullende bezigheid voor een groep vrienden?

Anoniempje
21 december 2009 - 21:58

Te Gek Joh, Ga zo door