de koolmees is blowing in the wind
  • 29 mei 2012
  • Alfons
  • 2 reacties

Al sinds mijn intrek in deze kamer, hangt er een vogelhuisje op mijn balkon. Nimmer of nooit schonk ik daar aandacht aan. Waarom zou ik ook stil gaan staan bij mijn vogelhuisje? Dat lijkt me een vreemde reden om dagelijks mijn balkon te bezoeken. De buurman zal verbaasd aan me vragen:
“Elke dag verschijn je op je balkon, kijkt om het hoekje voor een minuut of twee en dan verdwijn je weer in je huis. Waar kijk je toch in hemelsnaam elke dag naar?”
Zo gaat dit verhaal dus niet en dat vertel ik u. Vandaag hing ik op mijn balkon, onderuit in mijn stoel, met een boek van Brusselmans op schoot. Hij schreef vanuit onverwachte hoeken grapjes en ik grijnsde. Eenmaal grijnsde ik zo hard dat ik bij mezelf dacht te schatergrijnzen, maar dat was niet het geval. Ik hield het rustig. De buren stellen dat op prijs naar ik aanneem. Als ik van mijn eigen waarden uitga, dan zou ik het ook op prijs stellen als mijn buren het rustig hielden tijdens het schatergrijnzen. Ik heb ooit eens verhalen gehoord over een buurman van iemand die dikwijls te hard schatergrijnzde, dat haar het huilen naderder stond dan het lachen. En dat lieve lezer, dat kan nooit de bedoeling zijn geweest van iemand die schatergrijnzde, zo kan ik u uit eigen ervaring vertellen.
Afijn, tijdens mijn contemplatie over mijn twijfel of ik te hard schatergrijnzde, keek ik omhoog en toen mijne dames en heren, toen viel mijn oog op de koolmees! Want waar vloog hij heen? U kunt het vast al wel raden en daarom loof ik geen prijs uit voor het antwoord, maar zal u uit uw spannende kramp verlossen. Hij vloog in mijn vogelhuisje! Om de één of andere reden vervulde mij dit tafereel met trots. Mijn huisje is het onderkomen van een nieuwe generatie koolmezen. Een wonderlijk feit. Ik ben er nog steeds een beetje van ondersteboven merk ik nu. “Dit moet ik mijn lezers vertellen,” dacht ik direct bij mezelf. Het is geen wereldnieuws, dat besefte ik me wel degelijk. Te meer ook omdat het ANP mij dit drie keer over de telefoon duidelijk probeerde te maken, wat ik ergens nog steeds niet snap. Denken zij soms dat goed lokaal nieuws, geen nieuws is? Wie denken ze wel dat ze zijn?! Schandalig! Ook dat zal ik mijn lezers vertellen.
Vanaf toen hield ik zijn vluchten in de gaten en stelde een schema op met zijn reistijden. In het uur komt hij om de vijf minuten langs. Tussen twaalf en één houdt hij pauze en sloekt wormen in zijn eentje naar binnen op het grasveld bij de buren. Na één’n doet hij ff snel een bakkie bij de buren en als ik me niet vergis, zit vijf huisjes verderop een minnares. Maar in die regio hingen ook verdacht veel rode lampen, dus die dikke pier kon ook als aanbetaling worden gezien. Zegt u het maar, ik ben een leek op het ornithologische vlak, hoewel ik met zulk woordgebruik wel extra punten scoor natuurlijk.
Vervolgens werkt hij de middag hard door, rond vijf uur staat dan het eten klaar, gaan de kleintjes naar bed en bezocht hij de uil met zijn bar in eik nummer twee vanaf mijn huis gezien. Tot in de late uurtjes rookte hij joints en genoot van vrouwelijk gezelschap en haar gitaar. Geiligheid groeide, maar hij hield hem in de broek. Een koolmees met principes.
Toen was het ook voor mij tijd om mijn bed op te zoeken, want morgen begint over een dikke vijf uren. Dit verhaal is waargebeurd rondom enkele fictieve dwalingen.

Tom
29 mei 2012 - 04:43

Ik schatergrijns

Edwin
29 mei 2012 - 12:37

:D helemaal mooi!