- 27 december 2021
- Alfons
- 0 reacties
Op fietse ging ik er afgelopen zomer op uit, eemn een uitje voor mezelf. Zonder kind, zonder vriendin, even alleen om de stilte in m’n hoofd te horen.
Aan de noordzijde verliet ik stad en werd omringd door landerijen. Het gras groeide, de koeien hadden te eten, vogels kwetterden en scheerden over het water. Af en toe vloog er een vlieg in m’n bek of peuterde ik er één uit m’n oog.
De fiets reed kalm aan, ik miste niets en zag een mooi bankje staan aan de oever. De boterhammen branden in m’n rugzak om verorberd te worden, dus ik nam plaats op het bankje. Heerlijke bammetjes met af en toe een slok water. De zonnebril inmiddels op en het uur gleed voorbij. Meerkoetjes, eenden, waterhoenders, passerende fietsers. Ik zag ze allemaal en groette af en toe. Er was van alles te bekijken, vandaar dat ik het pas zo laat ontdekte.
Voor mij lag een houten steiger die z’n beste dagen had gehad. Aan de paal zat een touw gebonden die het water ingleed. Het viel mij op dat dit touw onafgebroken van links naar rechts bewoog en weer terug. Nieuwsgierig als ik was, besloot ik de steiger voorzichtig te betreden en het touw vast te pakken. Het touw had een eigen wil en de spanning die erop stond, voelde krachtig. Dat leek mij een mysterie dat opgelost diende te worden. De steiger begon echter te piepen en te kraken en voorzichtig vlijde ik mij weer aan wal. Een nat pak zou deze tour er niet mooier op maken.
Terug op m’n bankje bleef ik het touw in de gaten houden. Wat kon dit veroorzaken? Zat er een rat in de val? Was er een vis gevangen? Wie had dit touw gespannen? Duizend vragen en opeens zei een jong meisje hallo tegen mij. Ze was van de boerderij achter mij komen lopen en liep zonder twijfel door naar de steiger. Met haar rechterhand begon ze op het water te tikken en het touw verloor z’n spanning. Een stroming snelde haar kant op. Ze stopte met het tikken en strooide iets over een trapplankje dat de wal opleidde. Tot mijn verbazing kwam daar parmantig een schildpad het trappetje opgelopen, happend naar het voer voor z’n voeten. Het touw zat vast aan een tuigje, deze werd zorgvuldig door het meisje verwijderd, de schildpad werd opgepakt en samen liepen ze langs m’n bankje richting de boerderij.
‘HO ehm, hallo!?’ bracht ik uit. ‘Wat is dit? Waar kijk ik naar?’ ‘Schildpadden moeten ook uitgelaten worden,’ zei het meisje. ‘Doei.’