Een kritische noot
  • 19 april 2009
  • Alfons
  • 0 reacties

Een zondagcolumn omdat het weekend en Ronald zijn belevenissen zo beter tot hun recht komen. Ik dacht even aan Edward, de Egel. Zijn voicemail liet me weten dat hij nog winterslaapt. Ook al is de lente al van start gegaan, ik geef hem geen ongelijk. Ik slaap ook graag uit.
Aangezien ik donderdagavond bij DJ Lex in Groningen vertoefde en dit weekend bij de Daat en vrouw in Utrecht, bedacht ik mij dat ik al mijn vrienden in deze column wel eens in het zonnetje kon zetten. Het kan immers weer, de zon schijnt. Één voor één zou ik ze ‘uit huis halen en buiten in dé schijnwerper neerplanten’. Het plan over hoe, wat en wie had ik nog niet uitgewerkt, maar dat zou ik wel zien als ik was begonnen met het schrijven van de column.

Dat was het plan en in de trein terug uit Utreg had ik mijn pen al ter hand genomen. De eerste regels bevatten slechts woorden van dankbaarheid voor allen. Toen ging de deur open van de wagon en de conducteur begon tegen mij te praten. Ik verstond niet wat hij zei, deed daarom mijn oordopje uit en zei dat ik hem niet had verstaan. Met een lichte irritatie op zijn gezicht sprak hij mij belerend toe.
“Dat zijn je eerste strafpunten.”
Even hield ik mij van den domme, maar ik besloot vrij snel dat ik maar beter eerlijk kon zijn.
“U bedoelt mijn voeten.” Deze had ik laconiek op de bank tegenover me liggen.
“Juist. Dat kan je vijftig euro kosten aan boetegeld.”
Ik reageerde verbaasd.
“Vijftig euro?!”
“Jazeker,” reageerde hij zelfvoldaan.
Ik was niet bang, omdat hij had gezegd dat het me vijftig euro kon kosten. Als hij me een boete zou geven, dan had hij dit anders geformuleerd.
“O dat wist ik niet. Vijftig euro? Nou dan doe ik dat niet weer,” hopende dat de man me zou geloven en mij inderdaad met een waarschuwing zou laten gaan. Tevens zou hij denken dat ik mijn lesje wel geleerd had. Daar gaat het ‘ze’ immers vaak om.
Hij liep inderdaad door, maar kon het niet laten om even later terug te komen. Halverwege zijn zin, besefte hij geïrriteerd dat ik eerst weer mijn oordopje uit moest doen om hem te verstaan.
“Als je straks uitstapt, zie je een bord hangen met regels. Kijk daar maar even op.”
Omdat hij bleef staan, wachtend op een antwoord, zei ik dat ik dat zou doen.

Het bord hing er inderdaad, maar in wat ik kon zien, stond nergens aangegeven dat het overtreden van de regel(-s) vijftig euro boete oplevert. Tevens borrelde mijn bloed van woede. Wat een onzinregels! De coupe was gevuld met welgeteld vijf mensen, er zat geen modder of andere viezigheid aan mijn schoenen of broek en toch houd de man zich vast aan de regels. Ik zag geen enkele reden in dit geval waarom ‘relaxed hangen’ uit den boze was!

Ik kan daar zo boos om worden. Ten eerste om het feit dat men (de overheid, NS) zoveel regels bedenkt om ons te beperken in onze vrijheid. Ten tweede omdat de gezagbewaarders niet buiten ‘de box’ kunnen of willen denken. Het irriteert me dat er eigenlijk geen gedoogbeleid in Groningen is rondom het door rood fietsen. Als de straat leeg is, waarom mag ik dan niet oversteken als het licht op rood staat? Dat is toch een fout van het licht! Dus als ik mijn schoenen en broek schoon heb, en niemand anders zit om de plek verlegen, waarom mag ik dan niet relaxed zitten?!!

Eigen verantwoordelijkheid! Daar komt het op aan. De overheid is te ver doorgeslagen in zijn zorg voor de burger en verzint daarom regels voor regels met als goed doel: het tevreden stellen van de mens. Natuurlijk vraagt de burger dit ook van de overheid, maar ook de burger is hierin te ver doorgeslagen. Ze geven de overheid de schuld van hun eigen ellende, daarmee de verantwoordelijkheid voor hun eigen geluk verschuivend. Terwijl de mens daar zelf verantwoordelijk voor is.

Dat is mijn mening althans. Ik hoop niet dat dit te belerend overkwam. Vond je van wel, dan is dat niet mijn probleem.

Er zijn nog geen reacties