Een ode
  • 20 maart 2011
  • Alfons
  • 2 reacties

“Wat willen jullie eten jongens?”
“Soep!” vertel ik hem.
Jaren geleden, in een vorige eeuw logeerden we bij hem. Hij is de oom van… van mijn vrienden, de gebroeders Datema. Eric, Gerard Schreuder en ik mochten dat weekend meevoetballen met het Drentse zaalteam om het Nederlands zaalkampioenschap onder de 13 of 14 (de leeftijd weet ik niet exact meer) dat in Haarlem werd gehouden. Hij woonde daar, in Haarlem en bood ons een nacht onderdak. Zoals het een goed gastheer betaamde, gaf hij zijn gasten de keuze voor de maaltijd. Achteraf zei die dat hij geen zin had in koken, maar van een koude kermis kwam hij thuis, want op zijn vraag antwoordde ik – soep. “Potverdrie,” vertelde hij later, “moest ik toch nog koken.”
Zo begon het verbond tussen Martin en mij. Zo’n drie á vier jaar later kwam ik terug bij Fit Boys en daar liep hij ook weer rond. Onze leider.
Vurig speaker bij de Europacup zaalvoetbaltoernooien in de Drenthehal – “In de hesjes spelen aan de Eswegzijde…” en de dag afsluitend met de veiling. Dé veiling van het jaar! Samen met mijn vader heeft hij jaren de veiling verzorgd. Een duo van heb ik jou daar, die door middel van opbod geld inzamelde voor de jeugd. Voor de club. Voor FitBoys! Gebruik makend van zijn humor, legde hij mensen in de luren en werden er flessen drank verkocht voor vijf keer de winkelwaarde.
Hij had een snor, ik weet het nog. En vele mensen zullen nog veel meer van hem weten. Hij vraagt niet om aandacht en juist dat siert hem. Als hij binnenkomt, begin ik al te glimlachen. Een “Willem” verschijnt op mijn gezicht. Alom bekend en geprezen. Als hij de familiedag van zijn voetbalcluppie aan elkaar lult, dan weet niemand waar hij de grappen vandaan haalt, maar ze verbazen zich er ook niet meer over. Zo is hij nu eenmaal. Vraag het een ieder en ieder zal je hetzelfde antwoord geven – hij is een beste kerel!
Er zijn weinig mensen voor wie ik mijn nachtrust opgeef, maar uitzwaaien op het station ’s ochtends vroeg deed ik. Uit de top van mijn hoofd vertrok hij zo’n elf jaar geleden naar Eritrea voor een paar maanden, omdat hij bij de Marechaussee zit. En dat we aan hem dachten, heeft hij geweten. Het station in Beilen was zo goed als verlaten en de zwaluwen vlogen laag toen de zon net op was. Martin stapte in de trein, waarschijnlijk verbaasd over die jonge venties die hem gedag kwamen zeggen.
Misschien maken zulke acties het allemaal waard voor hem? Leider te zijn en blijven voor twaalf en half jaar lang van zijn schapen. Ik weet niet wat hem drijft, zoals hij ons drijft, maar zoals mijn vader zei – “Het is mister Fit Boys himself!”
Zijn aanwezigheid op de begrafenis van mijn oma, bewoog mij tot tranen.
Ik waardeer het pact dat we hebben gesloten. Onofficieel, maar rotsvast. Elke Nieuwjaarscross verzorgt hij de erwtensoep voor de moegestreden lopers en elk jaar heb ik de eer om “voor te proeven”. Zelfs dit jaar, toen ik veertien uren reizen van hem af zat, dacht hij eraan – “Ik bewaar er wel één voor je.” zo sprak hij.
Afgelopen donderdag werd hij vijftig jaar. Abraham wil ik hem niet noemen. Die naam doet me denken aan een oude man. Martin is niet oud in mijn ogen. Als hij bijvoorbeeld met Berry en Albert praatte over “Toen was geluk heel gewoon”, dan straalde de ondeugd van een jonge kerel in zijn ogen. Dat is mooi om te zien. Hij is en blijft een boefje.
Nimmer vergeet hij m’n verjaardag. Elk jaar in ieder geval een sms op deze dag. En zo ik spreek over deze man, zo zouden velen hun fijne herinneringen aan hem kunnen vertellen. Maar dit is mijn column, dus dat gebeurd nu niet.
Martin bedankt! En zoals jouw soep ons jaren geleden Nederlands zaalkampioen maakte in Haarlem, zo hoop ik ooit nog eens samen een kampioenschap met het eerste elftal te mogen vieren! Het liefst dit jaar nog…

Ronald
20 maart 2011 - 14:43

Je vergeet nog te vermelden dat Martin in de buurt van de McDonalds was toen hij vroeg wat jullie wilde eten. Dat jij “SOEP!” riep was nogal onlogisch ;)

Martin
21 maart 2011 - 23:23

Leuke foto, Fons………Enne ik ging naar Albanië in januari met de trein van half zes toen vlogen er nog geen zwaluwen en zeker niet laag! En voor de rest: Ik hou van je!