Feestje
  • 9 oktober 2022
  • Alfons
  • 0 reacties

Z’n glimlach verbaasde mij het meeste toen hij zei dat hij geen idee had wat hij moest doen. Hij leek er mee te zitten, maar z’n glimlach leek dat allemaal teniet te moeten doen.

Twintig jaren had hij bij de politie gewerkt. Eerst op straat en op een gegeven moment had hij de uitdaging aangenomen om bij de recherche te gaan. Hij had er een studie voor gevolgd, deze behaald en werd dus toegelaten hopend dat hij nu in het echte werk wat kon bewerkstelligen. Het werk werd er niet leuker op. Helemaal niet zelfs en hij kwam opgebrand thuis te zitten. Dat laatste noemde hij tussen neus en lippen door. Nu had hij een andere baan gevonden, weg van de politie, niet precies wetende wat te doen. Er brandde nog een ambitie in hem en het werd mij niet duidelijk welke ambitie er precies brandde. Dreef geld hem om een bepaalde levensstijl te kunnen onderhouden of was het z’n gevoelde verplichting om als man z’n gezin te onderhouden?

In m’n hoofd bleef z’n tegenstrijdige glimlach vraagtekens opwerpen. Z’n oogopslag verraadde een kwetsbaarheid. Die blik roerde een diepte aan die beter onaangetast kon blijven. Hoe eerlijk ben je ook tegen iemand die je voor het eerst ontmoet?

Er zijn nog geen reacties