Grote klus
  • 27 november 2017
  • Alfons
  • 1 reactie

Het was 12 november jl. Een jong stel struinde door de straten van de stad. Knappe dame met een geluksvogel van een jongen. Hij zei: ‘Zullen we daar eens kijken, daar hebben ze vast appeltaart!’ Dat vond ze scherp van hem en ze traden binnen. Voordat het horecameisje hen iets kon vragen, vroeg hij: ‘Hebben jullie ook appeltaart?’ Aarzelend bevestigde zij van ja en hij zei: ‘Fantastisch, dan willen we wel een tafeltje.’ Zijn enthousiasme beviel een ieder en even later was het dan zover, zij kreeg haar appeltaart. Hij nam soep, de appeltaart kon hem gestolen worden. Zij nam een hap, kauwde nauwkeurig en fluisterde hem dingen toe. Hij schreef het op en uiteindelijk stond er op papier:

‘Het Goudkantoor – warme appeltaart met slagroom voor E3,10. Het is een gewone punt. Gewoon, niet uitzonderlijk in smaak of structuur. Hij lijkt voor lief genomen in het assortiment, er is geen extra aandacht aan hem besteed. De warmte die aan de punt is toegevoegd, lijkt hun handtekening in de appeltaartwereld te moeten vertegenwoordigen. Armoede. ‘Ze zijn de kaneel vergeten en hij mist knapperigheid,’ luidde haar oordeel.

Dit was niet dé appeltaart van Groningen. Het vergelijkend Groninger appeltaartonderzoek gaat door. Lieve lezer, heeft u nog tips?

Zaterdag was ze in Amsterdam, daar, zo zegt ze vaak, hebben ze heel lekkere appeltaart. Oh ja, ‘de moeder van’ maakt ook hele lekkere appeltaart. Ze nam helaas geen taart mee uit Amsterdam, dat was jammer.

Appeltaart
27 november 2017 - 18:51

:D:D:D