Haar glimlach is oneindig
  • 18 november 2013
  • Alfons
  • 3 reacties

De doerak hangt voor me in de tribunestoel. Ze praat honderduit. We kijken volleybal bij haar grote zus, welke uiteindelijk alle drie haar wedstrijden wint. Het is de eerste wedstrijd die ik van haar aanschouw. Ik snap niets van de regels.
De klok start, twaalf minuten tikken weg. Mijn nichtje staat met nog drie volleybalsters in het kleine veld. Ze slaat de bal op. Een punt! Er verdwijnt iemand van de tegenstanders uit het veld. Nu staan er drie tegenstanders in het veld, en zij slaan op. De bal wordt onderhands gespeeld en vervolgens door een teamgenoot gevangen. Deze gooit de bal over het net. Weer een punt, en weer verlaat een tegenstander het veld! Ik verbaas me. Dit is het niet het volleybal van de grote mensen. ‘Als ze allemaal uit het veld zijn, heeft Noa een punt.’ De doerak weet alles.
Zelf mocht ze deze ochtend voetballen, rond tien uur. Een tijdstip waarop ik m’n bed wel wil verlaten. De temperatuur is naar beneden geflikkerd, dus ik trek m’n thermoshirt aan, en zet m’n gevoerde Siberische muts op. Als ik met haar opa en oma de zijlijn bezet, heeft ze ons al gezien. Ze kijkt ondeugend, draait plots haar hoofd naar de bal en rent achter de tegenstander aan. Ze slooft zich even uit om te laten zien hoe goed ze kan voetballen. Haar grote zus is in de kantine achtergebleven, en bereidt zich spelend voor op haar eigen wedstrijden. Later vergezelt ook zij ons in de buitenlucht. Vol spanning kijk ik door de lens van m’n camera, op zoek naar de beste kiek vanaf de zijlijn. Ik zou op een andere plek kunnen gaan staan, maar dat vertik ik. Een goede foto is geen vereiste deze ochtend.
Terug in de sporthal draait de doerak zich om. Ze glimlacht. Ik heb nog niets gezegd. Toch glinsteren haar ogen. Ze schaterde even daarvoor zo van het lachen, dat ze uit de stoel wupte, bijna tussen de railing door, van de tribune af. De hele tribune schrok. Even is ze er stil van, maar dan komt die lach weer tevoorschijn. Niks aan de hand, lijkt die te zeggen. Mijn zus zegt dat ze nu even rustig moet doen. Ik weet dat het niet haar schuld is. Ik kietel haar de oren van de kop. Tot ze stop zegt. Dan houd ik op, want dat is de regel. Het is een kleine knuffelbeer. Als ze me ziet, rent ze naar me toe, en springt zonder zorgen in m’n armen. Ze laat zich optillen, en omhelst me. Het maakt me niet uit wat de wereld draaiend houd, maar van mij mag hij op dat moment even stoppen. Als ze me aankijkt met de blos op haar wangen, haar blonde bos haren roeg van de drukte, een grijns waar alle nieuwsgierigheid naar de wereld in ligt, en de belofte van alle grapjes die ze nog uit gaat halen. Laat de wereld maar stoppen, ik houd van dat moment, en grijns dapper terug. Laten we samen nog maar heel veel grapjes uithalen, samen met haar grote lieve zus!

milefo@home.nl
18 november 2013 - 15:27

Leuk he kinderen, heb er zelf ook een paar gemaakt.

Boom2
21 november 2013 - 16:17

Ik doerak
jij doerakt
wij doerakken
doerakdiploma
ministerie van doerakkerij
Jammer dat ze niet bestaan,
die woorden.

alfons
23 november 2013 - 00:40

:) bedankt mannen