- 6 juni 2017
- Alfons
- 0 reacties
Die Lohues, wat een man. Twee weken terug gingen de gebroeders Steeg en ik naar zijn voorstelling ‘Moi’ kijken in Kampen. Lohues gaf mij antwoord op m’n twijfel ‘Waarom wil ik optreden op het Kuna festival?’ Ik weet het nog goed, het was op de vrijdagavond, want op de zaterdag hek uren oefent achter de piano en oppe gitaar.
In de maanden november en december zit Lohues binnen vertelde hij. ‘Oh daarbuuten bent zoveel mensen,’ denkt hij dan. In die drukte heeft hij geen zin. Die drukte overvalt hem in de wintermaand. In de winter is ie wat aan de sombere kant. ‘Echt waor!’ riep Daniël er nog een paar keer achteraan. Dan schiet hem te binnen dat er een tour voor de deur staat vanaf februari. Och en dat hij daarmee ingestemd heeft, dat spijt hem dan zo. ‘Waarum hek dat doan?’ vraagt hij zichzelf af. ‘Waarum??’ Als een bult ziet hij tegen de tour op. Die somberheid valt hem een paar dagen lastig en dan opeens weet hij het antwoord. Hij weet waarom die het doet. Waarom de timmerman timmert, de ander brandweerman is en hij dit doet:
‘Laat mij maar lekker dit doen, dan ben ik bliede man.’
Dat antwoord is genoeg. Omdat het hum bliede maakt. Zo simpel.
Het zet hem in z’n toegift aan’t rammen op de gitaar. Hij giet helemaal los, er is geen somberheid meer te verkennen. Er staat één spotje van achter op z’n hoofd gericht waardoor z’n gestalte duuster is. Slechts de wenkbrauwen en mondcontouren lichten op. Ik heb de duuvel in Lohues zien. Hij kon zien ziel verkocht hebben on the crossroads. Ik keek hem recht in’t linkeroog. Ik heb de duuvel zien, en volgens mij, volgens mij ginge op de loop.