- 10 juni 2013
- Alfons
- 0 reacties
Er komt geen inspirerend woord meer uit me. Het is nu kwart voor twee in de nacht. Er is al een half uur voorbij gegaan, waarin ik zocht naar te vertellen woorden.
Het is zondagnacht. Overdag lag ik tot kwart voor elf op bed. Het intieme feestje bij Joost de avond ervoor was me in de kouwe kleren gaan zitten, want ik voelde me fit genoeg om te hardlopen. Bij dat woord voegde ik de daad, en zo rende ik de Schepel familie fietsend tegen het lijf. “Wat is dat??” riep hij verbaasd. “Zomerstop,” riep ik enthousiast terug. ‘Enthousiast op de zondagochtend’, het moet niet gekker worde. Ik was onderweg naar huis, maar besloot ook nog ff een tussenstopje bij Joost te maken. Hij stond aan de binnenkant van het raam, in z’n keuken, een broodje te smeren. “Hallo en doeg!” was alles wat ik zei. Verbaasd smeerde hij verder.
M’n ouders vingen me thuis op, in de serre, waar ze koffie en cake verorberden. “Ik dacht dat je een hekel aan hardlopen had?” merkte m’n vader scherp op. “Niet als het uit vrije wil is,” was m’n bedachtzame antwoord. Zelf heb ik er ook niet echt een verklaring voor, het voelt gewoon fijn om fit te zijn.
De middag en avond spendeerde ik op een late dienst. Iets voor twaalven kwam ik thuis. Nu, bijna twee uren later, lig ik op de bank met de laptop. Een ‘Sport andere tijden – Romario’, 250 gr. Pistache nootjes en wat facebook berichten rijker. Nu wil ik maar wat graag slapen. Het is te laat. Ik overwoog zelfs om de column te laten voor wat hij was. Maar vele prachtige gedachten stuwen mij voort. Een uitspraak van mijn opa Pot, die mij raakte al op het moment dat hij hem uitsprak. Zes jaar was ik. Harry Sanders die gisteren lang onkruid zat te wieden in de felle zon, naast mijn moestuin. Leow die de fantastische uitspraak deed: “Ik ben ook altijd wel blij met mezelf als ik er ben.” M’n moeder die ooit zei, toen ik mijn vader zag huilen om het verlies van een goede vriend: ‘Huilen mag, dat is goed.” En mijn vader die ooit zei: “We zijn zielsgenoten.”
Zo is het maar net pa, dat zijn we. Bedankt!
Ik lees de column nog eens over. Het is een column van lik me vestje. Gelukkig kan me dat niks schelen.