- 22 mei 2022
- Alfons
- 3 reacties
Een cadeau geef je niet voor jezelf, dat gun je de ander. Ik vermoed dat het met aandacht net zo gaat.
Aan het einde van deze dag beleef ik hem nogmaals. Vrienden berichten hoe mooi ze het vonden, Dieuwke hangt nog in de wolken en Foske vertoeft in dromenland. Het huiskamerconcert van de Groningse band Swinder deint na in ons lijf. De knusse melodieën zijn kussens voor alle gedachten in m’n hoofd. Een fijne roes waaruit niemand wil ontwaken, de herinnering is nu al nostalgisch.
Als Foske erbij is in gezelschap, is m’n aandacht veelal bij haar. Het ongedwongen vertoeven met vrienden is deels mogelijk omdat Djoek en ik het samen doen, maar ik heb de tijd (en daardoor m’n vrienden) niet meer helemaal voor mezelf. Soms vind ik dat een gemis, maar goed, Foske is op ons aangewezen voor haar basis, haar geborgen haven. We zijn haar startpunt om de wereld te verkennen en wat is het mooi om haar te zien vertrekken.
Waar ik voorheen m’n gevoel kon ontwaren van beelden over de grote lijnen van zo’n feest, is het nu één grote kluwen Foske. De band in ons huis, de vrienden over de vloer, haar huis moest ze delen en wij waren haar boei. Ze greep ons vast, klom in onze armen, maar haar grip verslapte waar haar vertrouwen groeide. Ze vertrok.
Aandachtig luisterde ze vanaf de eerste rij, nam ze de drummer, de gitarist, de pianist in zich op en toen de pauze daar was, stelde ze de vraag. ‘Mag ik daarop?’ ze wees naar het drumstel. De drummer, de gitarist en de zanger waren allemaal geweldig. Ze vielen voor haar glunderende belangstelling. Ze heetten haar welkom in hun wereld, namen haar bij haar hand en geen idee of ze ooit terugkeert. Daar zat ze, op de kruk van de grote drum meneer, ritmisch tikkend op de bekkens terwijl de bassist haar ritme inkleurde. De zanger dirigeerde ze naar de piano en hij volgde glimlachend. Als vader ben je zulke mannen dan ten diepste dankbaar.
Ik verdween. Er was geen gemis aan tijd voor vrienden of de muziek. Bewondering voor m’n dochter voelde ik in elke vezel. Het was zoveel gunnen, dat nemen geen rol meer speelde.