Het witte paard
  • 8 december 2014
  • Alfons
  • 2 reacties

‘Het moet hier toch echt ergens zijn!’ ‘Kak weer een éénrichtingsweg.’ ‘Hier zijn we ook al geweest.’ ‘Ik weet het allemaal niet meer. Het is zo verwarrend.’ ‘Als we hier nu links gaan, dan moeten we de volgende rechts, om daar uit te komen. Daar moet Carice wonen.’ Ik wijs naar een plek twintig meter verderop.
Met zijn drieën zitten we in m’n Mini. Kate, Lulu, en ik. Met dit koude weer beslaan de ramen als er meer mensen in m’n auto zitten. Ik rijd praktisch blind. Als het beest niet zoveel lawaai maakte, zou ik op m’n gehoor fietsers kunnen ontwijken. Een hardloper blijft veilig op de stoep wachten tot we hem voorbij zijn. De theedoek waarmee ik de condens van de ramen veeg, ligt op m’n schoot. Gebukt zit ik achter het stuur, zo kan ik door het kleine heldere plekje onderaan de voorruit kijken. Lulu kijkt gebukt vanaf de bijrijderstoel mee. De ventilator blaast als een malle. De helderheid lijkt langzaam over te slaan op de gehele voorruit. ‘Later lachen we hierom,’ kijkt Kate gespannen toe. ‘Oh, ik vind het nu ook al leuk,’ oppert Lulu met twinkelende ogen. ‘Misschien moeten we Carice even bellen om te zeggen dat we later komen?’ ‘Als jij dat doet, dan schakel ik m’n navigatie in.’ Kate belt vanaf de achterbank, en Lulu loodst mij naar Carice haar huis.
Inmiddels waren we een half uur te laat. Het plan was om Carice te verrassen met een ritje in de mini, en vervolgens bij Kate te eten. Het verliep niet vlekkeloos, maar dat was normaal bij ons, onze geheime voorbereidingen via de groepswhatsapp lekten ook uit. We hadden een aparte groep gemaakt, zonder Carice. Echter voordat we het wisten, deelden we onze plannen voor het verjaardagsfeestje in de gezamenlijke groepsapp, en vroeg Carice: ‘Waar hebben jullie het over, ik snap het niet.’
‘Is dit wel veilig?’ vraagt Carice als ze instapt. ‘Hoezo? Twijfel jij aan mijn mini?’ ‘Het is net een speelgoed auto. Oe je hebt zelfs gordels achterin!’ ‘We moeten even een foto maken, van ons vieren in de mini.’ De foto’s zijn net zo vaag als het zicht door de ramen, maar dat drukt de pret niet. ‘He? Net deden de ruitenwissers het nog!’ verbaas ik mij. ‘En jij vraagt je af waarom ik vraag of het veilig is?’ ‘Ach het regent toch niet meer,’ zegt Kate.
De mini spoedt zich voorwaarts. Alsof het extra gewicht hem niet deert. Hij gedraagt zich als het witte paard, en brengt de dames veilig op de plek van bestemming. Als we uitstappen, gezond en wel, laat Lulu zich ontvallen: ‘Nou dat was een leuk avontuur.’
Carice vraagt tijdens het eten of we over tien jaren nog met elkaar zullen omgaan. Wat mij betreft wel, zulke avonturen overleven vind ik leuk.
Op de terugweg springt het licht op groen, draai ik links de weg op, en Lulu wupt omhoog van haar stoel: ‘Wat doe je nu?’ Ik kijk haar verbaasd aan, werp nog een blik op de weg, en zie wat ze bedoelt. Ik rijd op de busbaan. ‘Ik zie ook niets door die ramen.’ Carice lacht het uit: ‘Haha nu ben ik niet de enige meer die dat doet!’ Glimlachend rijden we dit verhaal uit.

chantal
9 december 2014 - 12:08

hilarisch dit,komt me erg bekend voor!!!! raam stukje open helpt vriend.

alfons
16 december 2014 - 06:08

Aaah bedankt maat!