- 6 februari 2009
- Alfons
- 1 reactie
Deze week bereid ik me voor op maandag 9 februari. Dan vertrek ik voor 3 weken naar Nieuw Zeeland om op bezoek te gaan bij mijn beste vriendin. Jep die heb ik. Nee, sorry, niet mee geneukt. Dat is toch altijd een meevaller als je dat overkomt. Echter niet gebeurd en toch bezoek ik haar en haar vriend. Jazeker ze heeft een vriend. Groter en sterker dan ik. Grapjes maak ik erover, want in de zee zwemmen donders veel schone dames. In ieder geval, ik ben de komende 3 weken afwezig, maar laat jullie niet met lege handen achter.
Vorig jaar ben ik begonnen met het schrijven van een boek en aangezien ik er niet zeker van ben dat deze ook daadwerkelijk wordt uitgegeven, wil ik jullie de komende weken introduceren met enkele van mijn verhalen. Ik hoop dat jullie het kunnen waarderen. Laat het me weten, dat stimuleert mij om ermee door te gaan of misschien ook niet.
Groeten alfons!
Weer zo’n bus. “Opbokken! Aan de kanten, alsjeblieft. Je staat voor m’n zon!”
Ik zit op m’n longboard naast de toeristenshop op de Grote Markt. Het is zaterdag rond een uur of vijf en de zon scheen lekker warm op m’n gezicht. Tot die verrekte bus dus kwam. Het boarden hield ik even voor gezien. Het was namelijk alweer een tijdje geleden dat ik hem de wereld liet zien. Spieren voor niet dagelijks gebruik worden aangesproken. Dan voel ik de vermoeidheid sneller in mijn benen en voeten. Tijd om te relaxen en om mensen te kijken. Maar allereerst moest ik een plek in de zon zien te vinden. In Groningen zijn hier te weinig banken voor. Of dat nu komt door het misbruik ervan door zwervers of dat die lamlendige gemeentebestuurders het vergeten zijn. Ik heb het hen niet gevraagd. Maar het gemis blijft. Zeker als ik na het boarden even in de zon wil chillen. Ik geniet van het boarden. Vele personen staren mij na. Ik houd van de aandacht moet ik bekennen. Er zijn niet veel mensen in de stad die een longboard bezitten en vanwege dat feit blijf ik een bezienswaardigheid. Ja, een man sprak mij er zelfs eens op aan in de lift van mijn stageplaats. Onderweg naar de straten omdat ik vrij was, stond ik daar. Longboard in de hand en te glunderen. Plots sprak de man: ”Dat zie je niet vaak hier in Nederland. Mijn zoon en ik hebben er ook één,” wist hij mij te vertellen. Ik kende de man niet. Hij was op een andere afdeling dan ik de lift ingestapt, dus ik geloofde niet dat ik veel aan hem had. Met het oog op mijn stage eindcijfer. Doch leek het mij verstandig hem te vriend te houden en dus begroette ik mijn collega boarder. Ik gaf hem mijn welbefaamde uitleg over hoe ik in het bezit was gekomen van deze magistrale plank op wielen. Dat klinkt misschien oneerbiedig, maar laten we wel wezen, het board is wat het is. Niet meer dan een plank op wielen. De status die hij mij oplevert, mag dan wel groeien met de dag, waarvoor ik hem dankbaar ben. Desondanks zal ik mijn longboard niet hoger verheffen dan wat hij is, een plank op wielen. De man heb ik nimmer weer gezien, nog zijn schaduw nog een glimp ervan. Dat had ik dus goed in geschat. Het was geen man die van waarde was voor mijn eindcijfer. Ik bewaar mijn welbefaamde uitleg voor jullie, over hoe ik in het bezit ben gekomen van mijn magistrale longboard. ‘Sector 9’. Dat is het merk. Voor hen die nieuwsgierig zijn geworden wat nu precies een longboard is. Een longboard is een verlengd skateboard. Minder moeite en minder trucjes. Eigenlijk geen trucjes. Wat je ziet is wat je krijgt. Een lekkere vering, stabiliteit en een status die met de dag groeit.
Ik had mij dus gezeteld op mijn board, naast de toeristenshop, vlakbij de VVV en vlakbij het pand van hen wie ik geen waardige blik gun. Ik ben niet rancuneus naar hen, maar aan arrogantie heb ik nu eenmaal een broertje dood. Spreekwoordelijk dan. Let wel, arrogantie is wat anders dan zelfverzekerd zijn en zelfkennis hebben. Dat heb ik wel. Zelfkennis behaal je door zelfreflectie. Door eerlijk naar jezelf te kijken, weet je wat je sterke en zwakke punten zijn. Zij zijn te eigenwijs om toe te geven dat ze zwakke punten hebben. Ik neem het mezelf kwalijk dat ik mensen over één kam scheer. Maar het gaat zo gemakkelijk. Hoe moet ik nu weten wie van hen ok is en wie niet? Met ‘hen’ en ‘zij’, bedoel ik in dit geval de snobs onder de studieverenigingen. Ze lopen tegenwoordig in joggingbroeken van katoen met hun verenigingsjasje erboven. Het lijkt wel of het bij hen een aangenomen trend is om te kijken wie zijn haar het meest onverzorgd kan dragen. Enige jaloezie sijpelt door mijn zinnen. Dat lieve lezer, is nu zelfkennis. Als ik lang haar heb, moet ik het altijd besmeuren met gel van E 4,95, omdat de dames mij anders geen blik waardig schenken. Deze mannen hoeven hun haar blijkbaar niet te doen, de dames van de club stellen geen eisen zo lijkt het. Voor ‘hen die ik geen waardige blik schenk’, schrijf ik toch uitgebreid over ze. Ik vind de mens nu eenmaal interessant. Vaak trap ik in de valkuil dat ik de mens wil begrijpen. Ik begrijp ze vaak niet. Vaak ook wel.
Daarom geniet ik maar van de zon! Als die bus nu gewoon aan de kanten gaat. Het valt me op dat er veel bussen rijden. Één constante stroom blijft mijn blikveld kruizen. Ja, blijkbaar is blikveld een goedgekeurd Nederlands woord. Mijn synoniemenlijstje in Word geeft aan dat het dezelfde betekenis heeft als gezichtsveld. Het zal wel goed zijn.
Natuurlijk is dat een goede ontwikkeling, mensen moeten over een bus kunnen beschikken. Wat mij betreft maken ze het openbaar vervoer gratis. Met zo een lumineus besluit zou ik zeer tevreden zijn! Zeker omdat ik binnenkort mijn OV jaarkaart kwijtraak. Met die zin kan ik vele kanten op. Waarom raak ik mijn kaart kwijt, zult u zich af kunnen vragen. Ziet u hoe ik het woord ‘kunnen’ in die zin neerplant. Dat komt omdat niet iedereen zich dat zal afvragen. Die persoon is gewoon benieuwd hoe ik verder mijn verhaal vervolg. Misschien haakt hij hier ook wel af. U hebt in ieder geval geprobeerd mijn schrijven te volgen beste lezer, bedankt voor de moeite!