Inspiratie
  • 1 juli 2013
  • Alfons
  • 2 reacties

Er is zoveel. Zoveel mooi.
Ik zag twee jongens, hanggassies een egel helpen oversteken bij het fietspad van het Noorderplantsoen. Als je niet beter keek, dan zou je ze vervloeken. “Verdomme, klotejongeren die geen rekening houden met mij: hun meerdere. Hun medemens! Toon mij respect. Laat me erlangs! Wie gaat er nu midden op het fietspad staan de weg blokkeren?! Vroeger was alles beter. Ze moeten jullie ouders straffen. Kielhalen!” Er zijn genoeg klagers die het zouden denken. Of roepen. Ik zag de jongen van een jaar of vijftien naar de grond kijken, terwijl hij op zijn fiets zat die in de breedte van het pad stond. Zijn kameraad, ook een kleine gangster, stond een meter verderop te wachten. Z’n fiets in de lengte van het pad, maar ook in het midden geparkeerd. Jongen één zei: “Toe nou…toe nou!” Z’n blik gericht op een bol stekels die geen centimeter verroerde. “Ja zo’n bol pak je ook niet met je handen op,” dacht ik bij mezelf. Wat een lieve venties.
Op Oerol speelde op een middag de band ‘Claw Boys Claw’. Ik aanschouwde ze van een afstand. Ik moest wennen. Vond de beat niet om op te dansen en wist niet wat ik ermee moest. De geluiden uit m’n gezelschap over deze band waren positief, dus ik legde m’n oor nog eens te luister. De zanger was een beest van 62. Zijn markante kop wilde ik niet in een steeg tegenkomen. Zijn stem gromde vanuit zijn buik een rokers hese bass. Zijn verschijning verdween opeens van het podium in het publiek en hij bleek een entertainer te zijn. Dat sprak me aan. Hij had m’n interesse gewekt, en toen hij die avond elders werd geïnterviewd, legde ik mijn oor weer te luister. Zijn antwoorden waren eigenzinnig, maar spraken me niet aan. Tot hij die ene zin uitsprak – ‘Maak muziek schrijver!’ Ik herhaalde zijn woorden. Luisterde naar zijn waarom, maar vergat z’n waarom. Toch heb ik de zin onthouden, alsof ze waar waren voor mij. Bij het kijken naar ‘de beste singer songwriter van Nederland’ wist ik het zeker: dat kan ik ook leren. Dat wil ik ook.
Vorige week kwam ik voor mijn portie boekschrijven weer bij de Coffee Compagny in de Oude Ebbingestraat. Ik stapte op de balie af en wilde bestellen. Het vaste CC meisje vroeg mij: “Een classic brownie?” “Dat is correct,” antwoordde ik gespeeld verbaasd. Want ik wist wel dat ze me een beetje herkenden. “Ja, je komt hier zo vaak, dat weet ik inmiddels.” Toch was ik verrast dat mijn vermoeden bevestigd werd. Ik bedoel, ik kan wel denken herkend te worden, maar als het klopt, is dat fijn.
Er gebeurt altijd wat. Zo stond ik te vliegeren in Lauwersoog met Al en sprong een gat in de lucht door dat 5m2 ding. Zo stond ik oog in oog met een mooi meisje en deed alsof ik salsa kon dansen. Zo fietse ik achter twee oude mannen en vertelde ze dat ik niet in ging halen, maar kalm aan fietste. Waarop zij weer naast elkaar gingen fietsen en zich van mij distantiërden. Zo hing ik met Joost en bulderde van het lachen. Zo appte ik met Wieger en hoorde zijn verstandige keuze aan. Zo BBQde ik bij Markul z’n feestje en kreeg een fles BB mee bij mijn afscheid. Zo vrijwilligde ik bij de TT en bedacht een spelletje waar veel voorbijgangers om lachten. Een Italiaan van een raceteam kwam zelfs een helpende hand bieden. Zo lag ik moe naast mijn moestuin en voelde me voldaan. Zo voelde ik blijdschap bij het weerzien met Joris, Paulien en Leonie (oud collega’s), en triestheid omdat ik te moe was om hier volledig van te genieten.
Inspiratie. Zoveel moois. Het leven gaat om de reis, niet alleen om het doel.

Huusman
1 juli 2013 - 12:05

Mooie column! Vooral die laatste zin

alfons
2 juli 2013 - 18:41

Huusman – dank! Dat vind ik mooi om te horen, dat je de moeite nam om de column te lezen! Beste!