- 16 augustus 2021
- Alfons
- 1 reactie
De soep stond al twee uren af te koelen op het fornuis, maar voor ik naar bed ging kon ik het niet laten om nog een paar happen uit de pan te nemen. Heerlijk! Ingedikt, gerijpt in z’n eigen warmte en m’n vriendin vroeg of dat lekker was, kouwe soep. ’Lauw en lobbig is ie op z’n best!’ zei ik. Je brandt je de bek niet en kunt het zo doorsloeken. De smaak is inmiddels onmiskenbaar geworden door het rijpen en streelt de tong. Wie zei dat ook alweer: alsof er een engeltje over je tong piest?
In de winkel kun je kiezen wat je wilt en och wat valt er veel lekkers te maken. De middag stond ik met Foske tussen de schappen en ik moest nog bedenken wat ik zou halen. Inmiddels zelfs al een beetje trek dus ik had de grootste moeite om mij te concentreren op verstandige keuzen. Een kwartier laveerde ik heen en weer tussen de groente&fruit. Ondertussen maar wat mandarijnen in haar karretje geplaatst zodat ook zij een belangrijk onderdeel van deze klus was, terwijl ik de dure frambozen inruilde voor perziken en een mango.
‘Oe een stokbrood!’ soms loop je tegen genialiteit aan. Foske noemde haar vaste lijstje voor boodschappen weer op en goed goed de olijven nemen we ook mee hoewel die altijd teleurstellen als ze niet van de markt komen. Oh nee, de kinderhoek. Wie zet die ‘hoek’ nu niet te missen in het midden van het pad? Waar haal ik de concentratie vandaan om te bedenken wat ik wil? ‘Kijk papa, wil je ook?!’ Geschreven als een vraag, maar benoemt als gebiedende wijs enkelvoud. ‘SOEP!’ Eureka wat een ingeving. Soep redt de dag.
En dat deed ze, de lauwe, lobbige soep. Dat ze dat nergens op de kaart hebben staan.