M’n nichtje
  • 10 april 2016
  • Alfons
  • 1 reactie

Wil jij deze tas dragen? – vraagt ze me. Ik kan niet weigeren en loop achter haar aan. Ze praat verder – Omdat ik de shirtjes gewassen heb, ga ik vragen of ik aanvoerder mag zijn, en ik wil in de spits. Ze lijkt geen twijfel te kennen en stapt de kleedkamer binnen. Jij bent de beste voetballer van heel Fit Boys. Jij kunt wel leider zijn vandaag in plaats van Paul. Nee, dat moet niet – vertel ik haar. Ik strik haar veters en zeg dat opa mij heeft geleerd om de knoop van de veters aan de zijkant te strikken. Als je dan schiet, doet de knoop geen pijn.

Ze loopt op het veld en houdt mij in de gaten. Als ik naar het naastgelegen veld loop om een wedstrijd te kijken, roept zij vanuit haar warming up – Waar ga je heen?! Even later sprint ze naar me toe met haar jas in haar hand – Ik heb het warm, en ze gooit me het jasje toe. Wil jij die bewaren? – Tuurlijk. Ik mag in de spits! – roept ze me toe! Ik ben blij voor haar.

De wedstrijd begint, ze staan achter, ze staan voor, ze staan zes vijf achter. Het einde van de wedstrijd nadert. Ze heeft nog niet gescoord, maar ze werkt wel hard. In de rust zei ik haar dat ze als spits niet teveel moest verdedigen. Blijf maar voorin. Ze luistert soms naar dit advies. Ze hebben een corner, de keeper stoot de bal voor haar voeten en ze ramt hem zo in de goal. Iedereen juicht en ze rennen terug. Even later staat ze voorin en zoekt m’n blik. We lachen naar elkaar. Noud, de kleine man, dribbelt naar voren, passeert twee man en geeft heel goed af aan haar. Ze bedenkt zich niet en schiet hem in de verre hoek. Zeven – zes! Fluit maar af scheids! De wedstrijd gaat door, ze krijgen weer een corner en het gaat weer precies hetzelfde – keeper stoot hem voor haar voeten, zij scoort! Drie goals heeft ze gescoord, ongelofelijk! Wat mooi. Iedereen juicht weer, ze glundert. Hun kleine beentjes hobbelen weer naar de eigen helft. De kleine voetballers zijn aandoenlijk.

De wedstrijd duurt te lang, de tegenstander wint met negen – acht. Zonde, maar na de wedstrijd komt ze direct op me af. Ze springt in m’n armen en we zijn samen trots op haar goals. – Ik heb geen pijn van de knoop, het helpt! – Bedank opa maar. – Ik heb na lopen denken in het veld, zegt ze me. Die vijf euro van mama voor snoep in de kantine…kunnen we ook naar het dorp? Ik heb nog snoep en we kunnen wel naar Intertoys! – Natuurlijk kunnen we daar heen! En dan kopen we direct een cadeautje voor je zus omdat ze kampioen is geworden met volleybal! Dat vindt ze mooi en ze verstevigd haar knuffel. Ze is een achtjarig wonder die als kers op de taart ook moppen vertelt. Waarom ligt de bakker in het ziekenhuis? … hij is aangevallen door een tijgerbrood. Mooi is ze he!?

Anoniem
11 april 2016 - 09:58

Lief!!! Hoe trots kun je zijn als moeder als je dit leest!