Monsters
  • 29 september 2024
  • Alfons
  • 0 reacties

In het donker van de nacht loop ik het plantsoen in. Lantaarns verlichten de weg, maar de duistere bosjes verbergen de monsters. Boeven die door verhalen levendiger dan ooit lijken in het holst van de nacht. Junkies of opgeschoten jongeren die van alles buit proberen te maken om te overleven. Ze bestaan en ik vrees ze. Maar ik wil m’n angst onder ogen komen en probeer de sfeer te verlichten door muziek af te spelen. M’n koptelefoon houdt de onheilspellende geluiden van de wereld buiten en voorziet de beelden van relaxte muziek. Marley zingt over drie vogeltjes die bij hem op de drempel zaten, terwijl er in de verte nog een man met hond sjokt. De nacht in Groningen kent eigenlijk altijd leven. Bijna nooit is er niemand buiten. Met muziek komt de wereld en z’n bijna verlaten plantsoen minder onheilspellend over. Ik verstop mij in de muziek omdat ik bang ben. Bang door wat ik mij in m’n hoofd haal, m’n fantasie is sterk. Eenmaal thuis aangekomen, zie ik echte inbrekers twee huizen verderop. Maar als ik m’n koptelefoon afzet en ze hoor praten, blijken het m’n buren te zijn die zichzelf buiten hebben gesloten. Ik leen ze onze boormachine. Ook andere buren bieden hun hulp aan op dit onchristelijke tijdstip. Ze wonen hier net, geëmigreerd, maar ze voelen zich welkom en gesteund. Monsters, nu even niet.

Er zijn nog geen reacties