- 5 januari 2015
- Alfons
- 0 reacties
Ze moeten negenentwintig en zevenentwintig jaar oud zijn geweest toen ze vertrokken. In het jaar 2000 begonnen zij aan hun wereldreis. Veertien jaren, en vier kinderen later reizen zij nog steeds – de Argentijnse familie Zapp.
In het programma van Floortje Dessing: ‘Floortje naar het einde van de wereld’ zag ik deze opzienbarende familie. Als jong stel vertrokken zij vanuit Argentinië in hun oldtimer (een Graham Paige uit 1928) om hun droom uit te voeren. Een wereldreis. Floortje ontmoette ze in juni vorig jaar in Tanzania (de uitzending is nog te zien via uitzending gemist – npo.nl).
Toen ik hen zag, kwamen er alleen maar vragen bij mij op. Hoe kan dit? Veertien jaar een wereldreis maken, waar betalen ze dat in hemelsnaam van? En vier kinderen? Vier! Elk kind is overigens geboren in een ander land – Canada, Argentinië, Australië, Noord Amerika – North Carolina). Tevens rijdt de oldtimer uit 1928 nog, ongelofelijk! Als je erover nadenkt, veel teveel obstakels: geld, kinderen, een old timer als vervoermiddel en tevens onderkomen. Dat kan toch niet?!
Herman en Candelaria heten de ouders, en geen van tweeën had verstand van auto’s toen ze vertrokken met hun gespaarde reisgeld. ‘We waren helemaal niet voorbereid. Er is nooit een punt in je leven waarop je er klaar voor bent, je moet gewoon gaan.’ Dat deden ze, ze prikten een datum, en dat was dat.
Het bewonderenswaardige aan deze familie, is niet alleen het feit dat de kinderen les krijgen in de natuur waar olifanten in de achtergrond lopen. Zij vormen in mijn ogen het bewijs dat de mensheid van origine goed is. Herman zei namelijk dat het gezin negentig procent van hun reis bij mensen thuis logeert. Gezinnen waarbij ze uitgenodigd worden, ook al hebben de gastgezinnen zelf bijna niets (zoals hij in een interview met de Daily Mail zegt – http://www.dailymail.co.uk/news/article-2300179/Herman-Candelaria-Zapp-Couple-traveling-world-13-years-multinational-children-signs-stopping.html#v-2257509437001). Ze leerden dat de mensen gelijk zijn, waar dan ook op de wereld. Om het even welke god men aanbidt, of hoe hun huid ook kleurt. ‘Ieder mens wil een thuis, en iemand om van te houden.’
Het bevestigt mijn geloof in de goede aard van de mens. Afsluitend quote ik maar al te graag de woorden van Herman zijn vader: ‘Wie ver wil komen, dient langzaam te gaan.’