- 1 december 2014
- Alfons
- 4 reacties
Ze zat naast me op de bank, onder een dekentje dat haar verwarmde. Een fijne bank, een breedbeeld televisie waarop we een film bekeken, een volle buik, en fijne sfeer. Ze had het goed voor elkaar. Haar huis rook geverfd. Dat kon komen omdat haar vader van de week enkele dagen aan het werk was geweest, of omdat ze zelf die middag de kwast ter hand had genomen. Maar dat was op haar slaapkamer geweest, dat kon ik onmogelijk geroken hebben.
Het was alweer enige tijd geleden dat ik haar huis had bezocht. Beiden leven we onze levens. We misten elkaar. We dachten regelmatig aan elkaar, en nu was onze afspraak om samen te eten uitgekomen. Vandaag had zij het initiatief genomen. Het was een uur of twee geweest dat ik haar bericht las: ‘Ik heb vandaag wel tijd, zin om te komen eten?’ Fantastisch, ik zou er zijn! ‘Koken we, of pizzeria?’ Dat leek mij duidelijk – pizzeria! ‘Joepie!’ berichtte ze terug.
Toen ik vader in de middag sprak, zei ik dat ik bij haar ging eten ’s avonds. ‘Goed zo jongen, die band moet je sterken, liefhebben, koesteren. Laat em niet ter ziele gaan.’ Nou nou, zo tragisch was ons weerzien niet. Mijn moeder glimlachte.
Ik knuffelde haar na binnenkomst. We spraken deze avond niet over alles wat ons bezig hield. Want net zoals in het contact met mijn opa, lag in onze aanwezigheid de boodschap van onze woorden. ‘Ik hou van je’, was alles wat we zwijgend zeiden.
Ik denk vaak aan haar. Ze is fantastisch mooi! Mijn zusje. Bedankt x