Statler en Waldorf
  • 31 oktober 2016
  • Alfons
  • 3 reacties

Kent u ze nog, de twee oude Muppets die met z’n tweeën grappen maakten? De één zei wat tegen de ander en schuddebuikend bulderden ze hun lach. Met z’n tweeën was ’t mooi vertoeven, ze hadden mekaar vunden en ze waren een genot om naar te kijken. Het plezier van de twee was aanstekelijk.

Tijdens mijn kantinedienst bij de voetbal op zaterdagochtend had ik ze aan de bar zitten. De twee waren kameraden, dat zag je zo. De manier waarop ze elkaar het woord gunden, de één verheugde zich op wat de ander zou gaan zeggen.
Toen ze net plaats hadden genomen zaten ze stilletjes bij elkaar, samen overpeinsden ze een genomen leven. Hun gedachten gingen uit naar de jongen die achterbleef en het begroot de twee. Met hun gebogen hoofden hielden ze het klein en ingetogen. Een respectvol onderonsje vanuit goede harten. De een opperde dat Lohues op de achtergrond gepast was in de sfeer en de ander beaamde dat kalm.

Langzaam staken ze van wal, voeren uit de luwte van de ernst en het enthousiasme van hun samenzijn begon zich te vieren. ‘Knap hé, daj dat bedenken kunt!’ Lohues zong over ’t ‘verkeerde been als leste uut bedde’ en dat vonne zo mooi zeggen. Och en toen ze ’t eenmaal over Lohues kregen, kwamen de anekdotes boven tafel. Ze bent met z’n beiden al jaren vaste bezoeker van zien theatershows. Op een verjaardag had de één de ander theaterkaarten cadeau geven om met zien zessen hen te goan. Een tied later, toen die ene in de zaal zat met de drie anderen, bleven twee plekken naast hum leeg. Dat hat die ene apart vunden, maar meer ook niet. Totdat die ander een paar dagen later tegen em zee: ‘Zeg waailap, volgens mij ben ik wat vergeten.’ ‘Och jij ondankbare hond, ik dacht al, waarom bent die twee plekken toch leeg?’ Hij had er nooit bij stil staon dat zien vriend niet was komen opdagen, hij was em compleet vergeten. Zij lachen.
En zo zaten ze vol anekdotes. ‘Zo,’ begon de één. ‘Zo bent wij wel eens een weekend weg west en sliepen op één kamer. Ik werd rond een uur of vier wakker en kon niet meer in slaap komen. Hij snurkte der over! Wat een kabaal!’ De ander keek em aan. ‘Ja,’ zee hij. ‘Rond een uur of vier was ik net in slaap vallen, want tot die tijd had jij mij wakker houden met je gesnurk!’ Och en daar konden ze dan ook wel weer hartelijk om lachen. ‘Maar de volgende keer nemp ieder zien eigen kamer.’ ‘Jaa, das wel zeker,’ bevestigde de ander snel. En ze glimlachten erop los.
Het was een mooi duo en ik kon niet wachten om samen met mijn vrienden Sjakie en Chantal zulke pret te beleven.

’s Middags stond ik met ze langs de lijn en Chantal voerde het woord. Hij had weer wat beleefd en later vertelde Sjakie weer wat grappigs en ik bedacht mij ook nog wat. En och wat was’t leven mooi. Wij hadden mekaar mooi vunden!

Waldorf
31 oktober 2016 - 08:56

Mooi geschreven!

Statler
31 oktober 2016 - 10:18

ha, ha, ha…..

chantal
6 november 2016 - 11:04

dit is waar het idd om gaat….die momenten..xxx