Tevreden
  • 19 februari 2012
  • Alfons
  • 0 reacties

Nou zeg, ik zit voor m’n pc, klaar om te schrijven vanwege een ongeschreven wekelijkse belofte, maar er dient zich geen buitensporig onderwerp aan. Buiten het artikel dat ik las over een Zweed welke vanaf december tot een paar dagen geleden in een ingesneeuwde auto wist te overleven op sneeuw, herinner ik mij geen bijzonderheden in mijn omgeving van de afgelopen week. Natuurlijk, Johan zei dat hij mij een brief zal schrijven naar aanleiding van m’n laatste column. Dat zal hij waarschijnlijk niet doen, maar hij liet me met zijn opmerking wel weten nog steeds de column te lezen. Ik weet nog dat Sjakie raar opkeek toen Piening hem Fix Up noemde. Ik waardeer het Johan, bedankt.
Vandaag is een mooie dag geweest, mijn opa werd 92 jaar oud en hij organiseerde een feestje waar ik me als een vis in het water voelde. Na binnenkomst wilde ik een ronde houden om iedereen te begroeten. Deze ronde duurde drie kwartier, want iedereen wilde weten hoe het met me was en wat ik deed tegenwoordig. Zeer bijzonder vond ik het om met open armen begroet te worden door oa. de oomzeggers van mijn opa. Mensen welke op eerbiedwaardige leeftijd vertoeven en mij verwelkomen met glinsterogen. Ze waren blij mij te zien en dat voelde goed. Een bad vol liefde dus deze middag, waar ik mijn familie uit Zoetermeer ook weer eens sprak. We spreken elkaar eigenlijk te weinig. “Het is jammer dat je zo ver weg woont,” zei m’n tante. “U ook,” beantwoordde ik haar en ik dacht direct aan de tekst van Daniël Lohues – ‘Jij woont hier ver vandaan, zeggen ze elders in’t land. Dan zeg ik, insgelijks u ook, aj’t zien van dizze kant…’ (Hier kom ik weg).
Zo bevind ik mij vaker in mooi gezelschap. Tijdens een autorit naar Beilen vertelde ze mij over haar wel en wee en dat vond ik zo bijzonder. Wie was ik dat zij daar zo met haar gevoel aan kwam? Twijfels over alles, en ze wist dat ze op de goede weg zat. Ik was verbaasd. Zat te luisteren en mijn hartje herkende wat ze zei. “Dat zou ik nou nooit doen,” dacht ik bij mezelf. “Zomaar zeggen wat mijn hartje bezig houdt. Het open voor iemand neerleggen….” en ze leek zich geen zorgen te maken over wat ik ervan vond. Het ging ja immers over haar en niet over mij. Toch ben ik te angstig voor zulke dingen. Ik los mien eigen dingen wel op en vertel dat aan niemand. Ik bewonderde haar, want soms voel ik mij wel eens allennig daardeur. Dat benoemde ik naar haar, later, dat ze mij aan’t denken had zet. Ze inspireerde mij.
Ach en dan kom ik aan, zo op het einde van deze dag, bij een tevreden gevoel. Dat warme bad van liefde gaf mij het gevoel dat alles wel goed komt en dat ik welkom ben. Een graag geziene gast. Mijn neefjes en nichtjes trokken me de kleren van’t lijf en beklommen mijn schouders en wilden met me spelen. Dat is jawel zo mooi, dat ik het niet kan bevatten. Dat geveul wil ik altijd wel hebben. Maar dat is nu eenmaal niet zo. Als ik mij weer eens allennig veul, denk ik aan dizze dag en zien mensen. Dank jullie wel!

Er zijn nog geen reacties