The return of…
  • 5 april 2010
  • Alfons
  • 0 reacties

Ik zou het zo tof vinden als ik daar kon neerzetten: “The return of the Tronie” en dat ik aan de lezer uit zou moeten leggen dat ’the Tronie’ een eeuwenoude vijand van mij is. Dat we al tegen elkaar vechten sinds ik meehielp met het opbouwen van de Chinese muur. Waarbij ik de reden uitleg waarom hij mij haat en alles waar ik voor sta. Dat we elkaar eens in de drie jaren ontmoetten waarbij een episch gevecht onvermijdelijk is.
De laatste keer dat we elkaar bevochten, hielp hij Mussolini en ik vocht samen met de geallieerden. Waardoor het voor de lezer ook direct duidelijk is dat ik ‘de good guy’ ben en hij de ‘bad guy’. Als de dag van gister weet ik nog hoe ons laatste gevecht eindigde.
Als de rat die hij is, schuwde hij geen vals spel en hij besloot mij in de nacht aan te vallen door achter de mensen aan te gaan die mij dierbaar waren. Gelukkig was ik van zijn plan op de hoogte dankzij de geheime dienst van Shoshanna, een Joodse tak van de geallieerde eenheid. Als de wolf bij Roodkapje had ik de plaats in het bed ingenomen van doelwit nummer één. Je had het gezicht van the Tronie moeten zien toen hij de dekens van het bed omsloeg: verbazing, angst, woede en diepe haat wisselden zich razendsnel op zijn gelaat af. Hij probeerde zich er nog uit te lullen door zich te verontschuldigen en te zeggen dat hij zich vergist had in het hotelkamernummer. Zijn kamer begon ook met een 66. “Je valse tong kan de waarheid niet spreken.” “Jouw derde oog moet je eens laten nakijken!” “Hij heeft net een servicebeurt gehad, lelijke Ärschlog!” “Oe ik bibber op mijn beide meest dodelijke wapens van deze wereld.” “Jammer voor je dat je er niet mee overweg kunt.” “Ik heb genoeg van jouw gezever gehoord, laten we dit spel naar buiten verplaatsen. De borg voor deze kamer is te hoog voor jou om te betalen.” Dat was het aardigste wat the Tronie ooit tegen me zei. Daarna liepen we samen naar de lift en liepen naar buiten. Galant als the Tronie was, liet hij mij als eerste door de voordeur naar buiten stappen. Nog onder de indruk van zijn aardige woorden in de hotelkamer, ging ik voor. Een pijnlijke fout, want the Tronie haakte mijn voet en ik struikelde met de bek op het trottoir. “Dat is de laatste fout die je in je miezerige leven hebt gemaakt”, dreigde ik. Toen ik mij echter omdraaide, was the Tronie verdwenen. Hij had het hazenpad gekozen. De lafaard. Jammer voor u als lezer, het werd geen episch gevecht, maar een malle val op mijn bek en loze dreigementen. Allemaal dankzij the Tronie en zijn laffe vlucht. Later hoorde ik dat hij op tijd bij de bioscoop moest zijn om een film te bekijken samen met de Führer. Mijn contact van de Joodse tak van de geallieerde inlichtingendienst vertelde me dat hij daar aan zijn einde is gekomen. De bioscoopzaal vatte namelijk op mysterieuze wijze vlam en een ieder in de zaal kwam om. Een pijnlijk einde voor mijn aartsvijand. Het zij zo. Vandaar dat ik niet in de titel kan zetten dat The Tronie terugkeert. Spijtig, maar in mijn lange leven heb ik meerdere aartsvijanden verzamelt. Zo zal ik een volgende keer vertellen over de ‘Brickmaker of ShangKok’ welke ik ontmoette bij de bouw van de Chinese muur. Hij zocht ruzie met mij omdat ik zijn stenen niet wilde kopen. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
Fijne Pasen en een Gelukkig Kerstfeest!

Er zijn nog geen reacties