verwijving
  • 13 januari 2016
  • Alfons
  • 1 reactie

Er rust een blik cola berenburg in mijn rechterhand. Het voelt vertrouwd. Mijn tweede training van’t seizoen zit erop. Ik ben een blij man. Het is mijn vierde blik, de gang van zaken kan me inmiddels niet zoveel schelen, zolang er maar meer blikken in’t verschiet liggen. Mijn teamgenoten zitten aan dezelfde tafel in de vernieuwde kantine. De aanblik van de kantine is één van schone schijn. Alsof het dezelfde pretentie als ons dorp probeert hoog te houden, één van een stad. Beilen is een dorp dat een stad lijkt te willen worden. Het gemeentehuis is er het beste voorbeeld van. Ons karakteristieke oude gebouw is gesloopt, en pontificaal in het dorp staat een degelijk pand in zijn plaats. Massa over karakter. Pretentie noem ik het. Alsof we ons schamen voor onze ware aard. De nuchtere boer schreeuwt in ons bloed – ‘Waar is al die poeha voor nodig? Al dat geld had beter in kwalitatief betere infrastructuur, onderwijs of zorg gestoken kunnen worden.’ Men maakt andere keuzes, deze bestuurders verkozen door het volk. Ambitieuze vertegenwoordigers welke propageren het hart op de juiste plek te hebben, maar eenmaal verkozen lobbyen en verloochenen ze, uit angst hun status te verliezen. Hun ego kent geen principes.
De kantine is verbouwd, god weet waarom. De mens die hem uitbaat lijkt verandert. De muren prijken niet meer met cvv Fit Boys teams. De bar bezit geen bel meer die gerinkeld mag worden. Alle historie lijkt verdwenen. We zijn een kaal en karakterloos geheel geworden, ware het niet dat oud bezoekers beter weten. Het toppunt van deze commerciële poeha trekt een groene streep door het centrum van de ruimte, als de 100km groene streep die het verkeer begeleid. Het zijn nep planten die in bloembakken de tafels van elkaar scheiden. Nep planten zeg ik u. Nep planten! Wat moet een voetbalkantine in hemelsnaam met nep planten? Waar is de beker van het Nijverdal toernooi gebleven waar Snippe met twee benen vooruit de tegenstander onder het gras deed verdwijnen? Waar is de nostalgie? Waar is het kloppend hart van onze club gebleven – het groen gele originele shirt! Zijn we onze wortelen vergeten? Waar is een hall of fame met ere wie ere toekomt? De oprichters van de vereniging, het jaartal welke ons eraan herinnert hoever we gekomen zijn. Dat er in godsnaam een C in onze clubnaam staat en dat we op zaterdag voetballen. Dat we een historie hebben waar sommigen geen weet van hebben. De Bengel zal nooit gestimuleerd worden om vragen te stellen waar we vandaan komen. Jengelen om snoep zal hij omdat consumptie de boventoon voert. Uiterlijk vertoon over karakter. De spelers zelf herinneren mij aan het hart van de club. Dat gezelligheid voorop staat, boven prestatie (maar ook dat is bestuurlijke schone schijn als het erop aankomt). En verdomme die groene nep planten staan er nog steeds! Hij scheidt mij van de rest van het team. Hij vergroot de afstand tot mijn teamgenoot en heeft geen enkel nut! Het is het ‘Love’ bordje dat in schaap huishoudens hangt. Een versiering, een totem, een eerste stap naar verwijving van de mens. Er mag geen testosteron gespuit worden, hypocriete beschaving willen ze ons opleggen. Want waar de man recht voor z’n raap een ongeschil eruit flapt en tevreden samen verder gaat, zal de vrouw haar jaloersheid alleen achter de rug van het slachtoffer zwartmakend delen, en poeslief het slachtoffer paaien in contact. Hypocrisie. De groene nep plant symboliseert haar kleine voet tussen de deur. Waarom willen ze mij in hemelsnaam scheiden van mijn teamgenoten? Ik moet mijn testosteron kunnen delen door lijfelijk contact, afstand is de duivel. Ik frustreer me dood aan de bloembak. Hij moet kapot en ik smijt een nepplant op de grond. Ik verwacht een reprimande, en ontvang een kleintje. ‘Ja ja, ik raap dat ding zo op,’ antwoord ik de barman. Frustratie tiert welig in mijn botten terwijl de nep planten spreuken als ‘Love is not a destination, it’s a way of living’ of ‘Yesterday is a lesson, tomorrow is hope, today is now’ vertegenwoordigt. Het kriebelt mij aan alle kanten. Wie heeft in godsnaam bedacht dat er planten in de kantine moeten?? Niemand weet het antwoord, of durft het te vertellen. ‘Ik heb alleen de bak geschilderd, verder heb ik er niets mee te maken…’ Men volgt als een schaap. Ik denk anders.

Ronald
13 januari 2016 - 07:52

Tegenwoordig hangen de teams foto’s weer aan de muur in de hoek van de jeugdafdeling. Wat betreft de nep planten geef ik je gelijk! Ik wil ze in een bak gooien en met een knuppel slaan en daarna de fik er in!