Vieftig
  • 1 juni 2020
  • Alfons
  • 1 reactie

‘Rot op met die pop! Wie is Abraham? Kan me niet schelen, opbokken met dat ding. Daar heb ik toch niet om gevraagd. Ja ja, ik ben jarig, vijftig, hoezo?!’

Licht ontvlambaar. Die man barst gewoon van de passie. Vijftig, niemand zou het hem geven, zelfs z’n ouders niet. Die krabben zich nog steeds achter de oren of het wel echt in 1970 was. Al dat geblow in die zestiger jaren, je begint dan toch te twijfelen aan je geheugen.

Chantal. Overmorgen wordt hij vijftig en ik zie hem ervoor aan dat hij gewoon gaat werken. ‘Nee nee, ik vier geen feest, dat doe ik al jaren niet. Waarom zou ik dat nu wel doen? We zouden een weekend weg met ons team, maar dat gaat ook al niet door. Ach allemaal onzin die corona. Kom, dan geef ik je een knuffel.’ Z’n grote hart zit stevig op de juiste plek. Achter z’n bravoure verschijnt steeds vaker z’n behoefte tot serieuze gesprekken. Althans, dat zegt ie: ‘Ik dacht dat ik met jullie serieuze gesprekken kon voeren.’ Dan is het echter al na twaalven, dan heeft niemand nog wat in de melk te brokkelen.

Z’n opa zei altijd: ‘Vijftig, das oud voor één van zeventien. Daarboven kan ik ze nog allemaal hebben.’

Chantal
2 juni 2020 - 20:50

love joe!!