- 10 mei 2009
- Alfons
- 0 reacties
Het is één uur in de nacht en ik sta in de kroeg. Aan mijn statafel staat maat Jord met vriendin Mirjam. “Moeten jullie nog wat drinken? Water? Daar doe ik niet aan. Dus één bier en twee cola berenburg. Nee, geen water voor jou Mirjam!”
Ik draai me om en loop langs de pooltafel waar Doornbos en Snackbar Lubberts al een kwartier staan te kloten om de gele en zwarte bal erin te potten. “Geel zwart….echte Beilense kleuren,” zo merken van de Waard en mijzelf op.
Aan de bar tik ik DJ Wiegers aan en bestel mijn bestelling. Met een glimlach ontvangt hij hem, wat een aardige gozert is het toch. Even denk ik terug aan de film die ik eerder deze avond in de bioscoop zag. Wolverine zijn skelet was net verstevigd met adamantium wanneer hij de benen neemt en vlucht naar een aardig echtpaar op het platteland. “Hmm het platteland, daar heb ik vroeger nog gewoond. Vanmiddag longboarde ik er nog langs. Was ik af en toe maar weer bewoner van het platteland,” zo dacht ik bij mezelf. Terwijl het oude echtpaar dankzij Wolverine gedood werden, waarop geweldadige actie volgde in deze voortreffelijke film met enkele aanmerkingen.
Met een glimlach ontvang ik mijn bestelling en keer rechtsom. Karlijn is er ook, ik zal haar benoemen in mijn wekelijkse column. Mijn nichtje waar ik ontzettend wies mee ben. Toen ze geboren was, was ik de eerste bezoeker aan haar wieg. Althans zo luiden de verhalen, ik weet alleen nog dat ik mijn oom en tante bezocht en bij binnenkomst direct de trap opstormde naar haar kamer. Bij haar wieg aangekomen staarde ik mij de ogen uit het hoofd. “Is dat mijn nichtje? Wat lief ja!” Als de dag van gister herinner ik mij dat mijn oom en tante mij vertelden dat ik als eerste bij haar wieg stond.
Aan de statafel maak ik allerlei afspraken. Zo krijg ik twee fietsen van P. Doornbos om op te knappen. Ga ik de tuin en de fietsen van Mirjam en Jord bewerken en geef ik van de Waard een design waarmee zijn vader een vishaak kan lassen. Daar heb ik speciale plannen mee.
Nu ik Snackbar Lubberts toch heb benoemd, ik krijg nog altijd een bamischijf van Mark, de wederhelft van het zangduo ‘Janus Janus pak me nog een keer’.
Maandag zal er weer getraind worden, hopelijk zit mijn kuit/scheen blessure er dan op en kan ik weer op een drafje door de wei lopen. “Maar je kunt toch ook longboarden?” hoor ik u denken. Ja dat klopt, maar blijkbaar kan ik nog niet springen met mijn blessure. Toen ik vanmiddag tijdens het longboarden op Terhorst aankwam, zag ik een ‘hangboom’. Een hangboom is een boom waar ik in heb gehangen terwijl ik een boek las. Dus hangen staat gelijk aan liggen oftewel tjillen in de zon. Noem me een lanterfanteraar, ik noem het genieten. Nadat ik de boom heb beklommen, daal ik af tot het grasland en spring nog eenmaal om aan een tak te hangen. Ik heb de tak nog niet bereikt of pijnscheuten overal in mijn kuit schreeuwen om aandacht. “O ja, dat is ook zo, mijn kuitblessure,” herinner ik mij opeens, terwijl ik crepeer van de pijn. Natuurlijk laat ik dat niet blijken en strompel verder.
Zo strompel ik mijn column binnen. Het is kwart over vier in de nacht. Vandaag is het moederdag. Vanmiddag zullen we brunchen. “Wat stom, moederdag. Alsof we nu opeens aan onze moeders moeten laten zien dat we van hen houden. Alleen deze ene dag. De rest van het jaar mogen we onze moeders de grond intrappen, zolang we deze dag maar benutten door hen de hemel in te prijzen.” Commercie zeg ik je, commercie.
Voor mijn moeder heb ik bij thuiskomst vannacht de vaatwasser leeg geruimd. Dat scheelt haar weer werk morgenvroeg. Met mijn zatte hoofd wist ik echter niet waar de snelkookpan moest staan, dus die staat nu op het aanrecht. Met Henrike heb ik vrijdag in de Hema afgesproken dat het een goed idee is om moederdag af te schaffen en het uit te sparen geld te schenken aan een goed doel. Ik roep u op om haar te sponsoren in haar streven om mee te doen met de Oxfam Novib trailwalk. Samen met Leonie, Paulien en nog een meisje vormt ze een viertal die mee willen doen aan deze activiteit ten behoeve van de arme kinderen in de wereld. Ze kunnen uw financiële steun gebruiken, dus reageer!
Het was een goed idee om nu mijn column te typen. Het is bijna half vijf ’s nachts en ik vraag me af wie Ollie is. Ik vermoed meneer Oldersma, baas van de C1000. Zo niet, het maakt me niet uit, ik vind het mooi dat je reageerde op de column.