Wachten
  • 2 oktober 2017
  • Alfons
  • 0 reacties

Begin juli bracht ik hem heen, hij was ziek. Tranen stroomden hem over de wangen tot in zijn binnenste. ‘Lekkage’ noemde de automonteur het. ‘En de koelvloeistof lekt ook.’ De grassprieten groeiden mij al op de mat voor de bestuurdersstoel. Een week mocht ik er na de eerste reparatie in rijden toen het gedonder weer van voren af aan begon. ‘Ik ga nu op vakantie, 6 september ben ik er weer. Breng em dan maar langs,’ beantwoordde de monteur mijn noodroep. ‘Potverdorie,’ dacht ik bij mezelf. ‘Moek zolang wachten…’

Dus ik telde de dagen en nachten. Zette streepjes op het behang. Ik ijsbeerde slijtages in onze vloerbedekking en wierp blikken op de kalender. De klok tikte en tikte en tikte. De zomer voorbij en eindelijk was het zover, 6 september brak aan, de Mini garage opende z’n deuren weer voor mij. Dus ik heen en liet m’n rakker achter. In goeie handen, hij zou hem oplappen en beter maken! ‘De APK er ook direct maar bij doen?’ ‘Ja dat was wel goed.’ Hak beter niet kunnen zeggen, er kwam van alles en nog wat om de hoek kijken. Dorpels, schokbrekers, fusee’s. Ik leerde nieuwe woorden op de koop toe.

Afgelopen maandag appte hij: einde van de week. Helaas kreeg ik aan het einde van de week geen vervolg bericht. Dus ik wacht en wacht nog wat. Tiz maar een auto, maar tiz alsof ik wacht op een groot cadeau. Voor mezelf, omdat ik het waard ben.

Er zijn nog geen reacties