- 13 maart 2017
- Alfons
- 3 reacties
Och je wilt het niet geloven! Ik heb mezelf getrakteerd. Vanaf heden heb ik het ‘op z’n Bartjes fietsen’ tot kunst verheven.
Ik herinner mij een foto waarop ik met m’n opa en oma sta en m’n nieuwe crossfiets! Wat een mooi verjaardagscadeau was dat! Zo ging dat, vroeger kreeg je fietsen. Op m’n dertigste verjaardag was de laatste keer dat ik een fiets kreeg, de vriendjes hadden dat ding fantastisch geregeld. Maar nu, nu heb ik mijzelf één op de kop tikt. Een beest van een ding is het. Grof in de klauwen, zwaar als staal en gesmeerd als de bliksem. In 1930 smeedde men kwaliteit. Afgelopen vrijdag kon ik hem ophalen in Zuidlaren. Hij paste niet in de Mini, dus ik fietsen naar Groningen met dat ding. Internet zei dat zo’n tocht van deur tot deur 19km was, dat zou één uur en tien minuten duren. Internet kende geen ‘op z’n Bartjes’ tempo.
Ik fietsen. Het was prachtig weer, de jas kon uut, rugzak voor op’t rek en op de bordjes letten. Geen idee hoe de route liep, maar dat was mooi. Op een T-splitsing hield ik halt. Het bordje zei rechts, m’n nieuwsgierigheid links. Daar kwamen twee oudjes aan. Ik de hand omhoog. ‘Moi, waar kom ik uit als ik links ga?’ ‘Waar moet je heen?’ vroeg de man van het stel. Potverdikke, dacht ik bij mezelf, dat is geen antwoord op m’n vraag. Later stelde ik hem nog een keer, weer een ontwijkend antwoord. Ik dichtte hem een politieke functie toe. We raakten aan de praat. Zij kenden de omgeving goed, woonden daar sinds ’78 en ze vonden het mooi om de fietstocht door mij te laten onderbreken. Ik volgde hun advies en ging rechtsaf. Goeie keuze bleek later. ‘Duinweg’ introduceerde zich aan mij en ik zag mezelf daar al wonen. Half in de bos, dik op’t platteland, Hobbit huizen, zandpaden, rieten daken, schapen en natuur. Ik genoot met volle teugen.
Bij Haren had ik het Noordlaarderbos en Vieftig Bunder als kroonjuwelen van de Hondsrug achter mij gelaten. Hier prijkten de huizen en daar heb je niet veel aan. Ik zocht de natuur weer op. Onder de A28 door, rechtsaf – ziedaar het Paterswoldsemeer. Er stonden van die groene bordjes met cijfers – knooppunten. Ik bleek de Saksenroute ingeslagen te zijn. ‘Saksen, Saksen…’ over dat volk had ik Lohues wel eens horen praten.
Volgende week fiets ik verder…