- 24 april 2011
- Alfons
- 5 reacties
Een goede vraag die ik mezelf daar stel. Waarom stel ik hem? Omdat ik me afvraag of ik het goed doe. Dat is de vraag die ik mezelf continue stel. Ben ik goed bezig? Kan ik trots zijn op mezelf?
De hele tijd leg ik verantwoording af aan mezelf. Ik beoordeel mezelf volgens mijn standaard – ‘het beste uit mezelf halen’. Wat is echter het beste? Voor mij? Een opdracht waarmee ik mezelf dagelijks opzadel, maar één waar ik liever niet telkens bij stil sta. Altijd draag ik hem mee, bewust, maar vaker onbewust. Onbewust omdat ik er niet aan wil denken, dan vlucht ik in afleiding. Afleiding door facebook, films, internet, boeken, verveling, porno, plannetjes bedenken, m’n kamer opruimen, nog meer porno, voetbal, drank en dames.
Donderdagnacht lag ik net op bed, het was kwart voor 2 ’s nachts toen ze smste: “Alfonso! Je broek komt niet meer af deze zomer ben ik bang! Sorry :s nog in de stad?” Ik dacht bij mezelf: “Heb ik zin om naar de stad te gaan? Heb ik daar geld voor? Kan ik dat maken tegenover Leow? Waar ik tegen heb gezegd dat ik niet naar Texel kom omdat ik er geen geld voor heb en dan toch geld pin voor wat drankjes in de stad…”
Constante afwegingen overdenkend. Het belemmerd me volgens mij ook in mijn voetbal. Man wat frustreer ik mezelf soms op het veld. Lopen met de bal is dan al lastig genoeg. Toch drie punten dankzij het ‘minimale inspanning maximaal resultaat voetbal’ van Fix up Look sharp! Genieten was dat.
Belemmerd worden door jezelf… het moet toch niet gekker worden. Das niet relaxt of plezierig. En dat zijn nu juist mijn twee belangrijkste maatstaven.
Dus ja, ik ging naar de stad, zocht haar op en het was gezellig. En nee, ik ging niet naar Texel, omdat ik het meest geniet van het contact met Leow als we met z’n tweeën zijn. Het gaat mij niet om de rest en ‘het feest’. En ja, ik merkte gister dat ik in het veld twijfel. Constant twijfel of ik vrijuit mag voetballen. En ja, dan drink ik maar weer. Alles neem ik aan en als je het me aanbiedt om ook wat terug te verwachten, dan kom je op dit moment van een koude kermis thuis. Als ik geld heb, maak je meer kans. Biedt het dan niet aan. Misschien had ik ook niet alles moeten aannemen. Het was namelijk een katerzondag vandaag.
Dus wie is zij voor mij? De ene is een oer oude vriendin van vele levens samen waar ik ongestoord mijn hele ei bij kwijt kan. Waar ik verliefd op werd en wat mij verward achter liet. De ander is ‘een gedeelde nummer één’ en een nieuw avontuur. De derde is een rode draad door de jaren heen en komt telkens terug na pozen van rust. De vierde is bekend van gezicht en ze kent mijn naam van hyves, waar ze mij heeft opgezocht. Wat een doerak. De vijfde was weer voor één nacht in Groningen. De zesde danst stiekem in mijn hoofd rond. Stiekem omdat het eigenlijk niet mag.
En ik denk dat dat eigenlijk de belangrijkste vraag is van dit hele stuk: ‘Van wie mag ik het niet?’