Wondere wereld
  • 15 mei 2017
  • Alfons
  • 1 reactie

We praatten na over’t concert en sloegen linksaf op de Oude Ebbinge. Het optreden van Mister en Mississippi viel tegen, we hadden meer verwacht. Te gezapig, geen vuist op je bakkes-indruk. Maar een keer op tijd naar bed was ook wel goed.

M’n vriendin deed haar best om net zo langzaam als mij te fietsen, ik had iets meer geoefend. Zo fietsten we gebaande paden en het tafereel was alledaags. Je kent het wel, niets lijkt je in het bekende te kunnen verassen. Tot we een aantal geparkeerde auto’s passeerden. Tussen de kwinkslagen van het gesprek door wierp ik een nietsvermoedende blik naar rechts en ontdekte een vrouw tussen de auto’s. Ze leunde gehurkt met haar rug tegen de auto. Ze was wat aan het doen, maar het drong niet tot me door. Ze zal een jaar of vijftig geweest zijn en was gekleed op een avondje uit. Haar man stond nonchalant aan de andere kant van de auto en zocht afleiding op z’n telefoon. Hij was gekleed alsof hij een aardappel in de keel had. Het range rover type. Zo’n kérrel die verwacht dat hij vierwielaandrijving in de stad nodig is. Ik liet m’n blik terugglijden naar de vrouw en plots begreep ik haar pose. Ze stond te zeiken, als een koe in de wei. Er straalden liters tussen haar benen weg, het water spatte uitéén op de tegels. Ze stak haar voeten ver vooruit om te voorkomen dat ze nat werden. Tevergeefs. Haar hele houding zuchtte het uit. Ze was te dronken om zich ervoor te schamen. Haar man bleef zich gedragen alsof het een alledaags ritueel betrof en scrollde verder.

‘Zag je dat?!!’ sprak ik m’n vriendin zachtjes aan. ‘Zag je dat?!’ ‘Ja die had het zwaar,’ antwoordde ze nuchter. We sloegen ondertussen linksaf voor de Mofongo en fietsten voor de universiteit langs. Weg van het stel waar ik eigenlijk nog een langere blik op had willen werpen. Er bekroop mij een intens verlangen om ze te ondervragen: ‘Wat bent u op dit moment op uw telefoon aan het googelen meneer? Hoe te schijten zonder wc-papier? Hoe maak ik foto’s zonder flits?’ M’n vriendin verdacht hem ervan met z’n minnares te whatsappen.
‘Ik ben van de leg,’ zei ik. ‘Een volwassen vrouw, een beschaafd iemand zit daar gehurkt op straat te zeiken. In’t openbaar, tussen geparkeerde auto’s. Naast een kroeg waar ook gewoon toiletten zijn. Als een koe in de wei kletterde ze urine tussen haar benen weg.’ ‘WAT?’ schrok m’n vriendin. ‘Was ze aan’t plassen?’ Bleek dat ze dat niet gezien had. Ze geloofde me amper. Toen wist ik’t zeker: je mist een boel als je te snel fietst.

WPD
15 mei 2017 - 09:50

Dankje