- 30 juli 2018
- Alfons
- 0 reacties
‘Ik heb een houten peddel, een katapult…maar ik heb geen munitie boven. Hmm misschien zouden we dan toch maar het trapluik moeten gebruiken om te voorkomen dat ie boven kan komen.’
Gedachten die af en toe voor het slapen gaan bij me te binnen schieten als ik me afvraag wat ik zou doen als ik beneden een inbreker hoor. Vorige week schreef ik over ‘ruzie’ en dat ik me ergens afvraag hoe ik het in een gevecht zou doen. Het moet dan geen gevecht op leven en dood zijn, dan doe ik niet mee. Het moet zo’n gevecht zijn waar ik kan zeggen: ‘Oké, oké, jij hebt gewonnen. Ik geef me over.’
Niets van dat alles, in werkelijkheid wil ik geen geweld. Pacifist wil ik zijn. ‘Ja daag,’ zei Chantal. ‘Als iemand op je vriendin afkomt en die dreigt haar in de buik te slaan, dan piep je wel anders.’ Dat moest ik ook toegeven, maar ik vroeg hem: ‘Wie zou dat in godsnaam willen doen? Waarom?!’
Vandaag echter schoot dé oplossing mij te binnen! Het beste afweergeschut tegen inbrekers, gegarandeerd zetten ze het op een rekken als ik ermee aan kom zetten. Ik bedacht het mij waar ik vaak op m’n best ben: zittend op het toilet. De wc-borstel. Houd die dreigend voor iemand z’n neus en doei. God wat daalde er een rust over me. Ik moedig gasten vanaf nu aan de borstel bij ons te gebruiken, alvast bedankt.